Eindrapport MCA: impactvolle ingrepen nodig
De Monitoring Commissie Accountancy (MCA) is nog altijd kritisch over de voortgang van de kwaliteitsverbetering in de accountancy. De commissie pleit in haar eindrapport voor 'impactvolle ingrepen' en komt met een lijst van dertig aanbevelingen voor de sector. MCA-voorzitter Ada van der Veer lichtte de bevindingen van de commissie toe tijdens een persbijeenkomst in Den Haag.
Het MCA-rapport 'Spiegel voor de accountancysector' stelt dat het beroep er beter voor staat dan bij de start van de werkzaamheden van de commissie in 2015. Volgens de MCA is dat "niet verwonderlijk" gegeven de energie, tijd, mensen en de middelen, die zijn gestoken in het veranderproces. Het kwaliteitsbewustzijn is verstevigd en cultuur- en gedragsverandering wordt gestimuleerd, met name bij de grote accountantsorganisaties en door de Stuurgroep Publiek Belang, NBA en SRA.
Volgens commissievoorzitter Van der Veer zijn er door de sector "grote stappen genomen" rondom kwaliteitsbewustzijn en cultuurverandering. Die initiatieven zijn "positief en hoopvol", aldus Van der Veer bij de presentatie van het rapport. Het aantal uren op controle-opdrachten en de partnerbetrokkenheid zijn toegenomen en op veel plaatsen is sprake van een andere toon aan de top en erkenning dat verandering nodig is.
Werkdruk
Ook ziet de MCA met name bij jongere accountants de wil om zaken anders te doen en het publiek belang meer centraal te stellen. Tegelijk is zelfs op het hoogste niveau binnen accountantsorganisaties soms nog sprake van "veranderweerstand" en een "moeilijk te doorbreken leemlaag van senior-managers en partners die niet mee willen of kunnen met de noodzakelijke veranderingen".
Van der Veer verwees bij de presentatie naar acties die het beroep heeft genomen rondom werkdruk. De Inspectie SZW komt binnenkort met een onderzoek naar de sector, waar de MCA voorinzage in kreeg. Daaruit blijkt nog onvoldoende van verbetering van de werkdruk, "in ieder geval: zo wordt het gevoeld op de werkvloer", aldus de commissievoorzitter.
Volgens de MCA heeft de accountantssector onvoldoende aangetoond dat getroffen maatregelen en veranderingen echt werken en een breed effect sorteren. Vijf jaar na het rapport 'In het publiek belang' van de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep had er meer aantoonbaar resultaat moeten zijn dan nu het geval is, aldus de commissie. Er is volgens de MCA sprake van een "structureel probleem". Het aantal onvoldoendes bij kwaliteitsinspecties is met het oog op het publiek belang "onacceptabel hoog".
De MCA kan niet vaststellen dat maatregelen, veranderingen en effecten duurzaam zijn geborgd en spreekt van een "gebrek aan diepgang". Daardoor zijn belangrijke oorzaken (wicked problems) zoals de aanpak van fraude, marktwerking en structuurmodellen onderbelicht gebleven en was de start van het verandertraject "suboptimaal".
Verandermoeheid
De commissie heeft twijfels over de juistheid van de veranderaanpak en het verandervermogen binnen de accountancysector. "De lange duur en reeks aan initiatieven, maatregelen en veranderingen werken binnen de accountancysector verlammend en hebben negatieve effecten op het vertrouwen in accountants en op de aantrekkelijkheid van het beroep." In de optiek van de MCA ontstaat "verandermoeheid", die de effectiviteit van het veranderproces ondermijnt, ten koste van noodzakelijke aandacht voor doorontwikkeling en innovatiekracht van de sector.
In lijn met de voorlopige rapportage van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) in oktober 2019 stelt ook de MCA dat ingrepen vooral reactief zijn geweest, in plaats van proactief en dat intrinsieke motivatie om te veranderen ontbreekt. "De veranderaanpak is telkens too little, too late", aldus de commissie. Het zelfbeeld van de sector is te positief en ook zijn er de eerste tekenen van het terugkeren van zelfgenoegzaamheid en het verleggen van aandacht naar andere zaken.
De commissie noemt radicaal overheidsingrijpen, zoals invoering van een audit only-model, echter onverstandig. Als dat juridisch al mogelijk zou zijn, is het nu "te risicovol en omgeven met onzekerheden". Maar experimenteren met alternatieve structuurmodellen op onderdelen en kleinere schaal kan wel, wat de MCA betreft. Bijvoorbeeld met joint audits, Rijksaccountants en het intermediairmodel.
Aanbevelingen
De commissie pleit in haar rapport voor een aantal "impactvolle ingrepen". De MCA is voorstander van toezicht op het beroep in één hand bij de AFM, "waardoor uniformiteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid van het toezicht beter worden geborgd". Van der Veer benadrukte dat de AFM goed toezicht houdt, maar dat intensivering en een meer eenduidige invulling van het toezicht nodig is.
De MCA stelt een éénjaars- (oob) en driejaarstermijn (niet-oob) voor de toezichtcyclus voor, waar nu termijnen gelden van drie respectievelijk zes jaar. Ook moet een vergunninghouder minstens tien wettelijke controle-opdrachten verrichten om de vergunning te kunnen behouden; een 'vliegurencriterium'. Volgens de commissie voldoen nu ruim honderd van de ongeveer 270 vergunninghouders niet aan die eis.
De NBA moet zich, wat de MCA betreft, vanuit haar wettelijke taken primair richten op de belangen van individuele leden en niet op de belangen van accountantsorganisaties; dat is nu te vaak het geval, meent de commissie. Het is geen belangenorganisatie zoals de Nederlandse Vereniging van Banken, stelde Van der Veer. "Ons beeld is dat de leden minder aandacht krijgen dan de kantoren." De invloed van de big four op de beroepsorganisatie is te groot. Daarom pleit de MCA voor benoeming van een onafhankelijk bestuursvoorzitter van de NBA, die door de minister wordt benoemd. Ook moet het proces van regelgeving onafhankelijker worden en moet het publiek belang daarin beter worden geborgd.
Naast de kwaliteit moet ook de weerbaarheid en financiële transparantie van oob-accountantsorganisaties ("systeemorganisaties") worden vergroot. Volgens de MCA is afscheid nemen van profit pooling tussen de accountants- en adviestak en in plaats daarvan invoeren van "ring fencing" in dat verband een "stap vooruit". In combinatie met verplichte verhoging van het buffervermogen maakt dat deze organisaties weerbaarder.
De commissie stelt dat bij haar aanbevelingen is meegenomen dat de huidige problematiek (prestatiekloof, kwaliteitsgebreken, incidenten, fraude, marktordening en marktwerking en de invloed van de sector bij het opstellen van regelgeving) overeenkomt met wat zich in de laatste tientallen jaren wereldwijd in de accountancysector heeft voorgedaan. Na incidenten worden regelmatig onderzoekscommissies ingesteld, met vaak dezelfde analyses en hetzelfde type oplossingsrichtingen.
Door onvoldoende ingrepen door de sector en andere betrokken partijen keren dezelfde problemen steeds terug, meent de MCA. Het is aan de Nederlandse accountancysector om een bijdrage te leveren dat patroon van herhaling te doorbreken en aan te tonen dat zij oprecht intrinsiek gemotiveerd is en in staat om tot daadwerkelijke kwaliteitsverhoging en cultuurverandering te komen. De MCA heeft er echter, ook omdat het huidige proces onder politieke druk is afgedwongen, onvoldoende vertrouwen in dat de sector daartoe op eigen kracht in staat is.
MCA
Het derde rapport van de Monitoring Commissie Accountancy 'Spiegel voor de accountancysector' is ook het eindrapport, waarmee de activiteiten van de MCA worden afgerond. De commissie biedt het eindrapport aan het NBA-bestuur, de minister van Financiën en de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer aan. Ook is de inhoud gedeeld met de CTA. "We zullen zien wat daaruit door hen wordt verwerkt", aldus Van der Veer. Het eindrapport van de MCA telt liefst 268 pagina's en biedt ook een analyse van internationale rapportages over de sector vanaf 1977 tot nu.
De MCA werd door de sector ingesteld in het voorjaar van 2015, als één van de 53 maatregelen uit het verbeterplan voor de sector uit september 2014 'In het publiek belang'. De onafhankelijke commissie is sindsdien aan het werk "om de geloofwaardigheid en het gezag van de accountancysector te helpen herstellen", aldus de website van de MCA. Op de site zijn ook de twee eerdere rapporten van de MCA te vinden.
De commissie bestaat naast voorzitter Ada van der Veer uit Carin Gorter, Erik van de Loo en Marcel Pheijffer. Die laatste was bij de perspresentatie van het eindrapport om "agendatechnische" redenen afwezig.
Gerelateerd
AFM: Accountantskantoren lopen risico's rondom integriteit, digitalisering, duurzaamheid en fraude
Integriteitsincidenten bij meerdere accountantsorganisaties, zoals examenfraude, raken aan de integriteit van accountants. Ook thema's als de krappe arbeidsmarkt,...
IFIAR gaat inspecties van toezichthouders vier jaar lang meten
Het International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR), de wereldwijde organisatie van toezichthouders op het accountantsberoep, wil de kwaliteit van audits...
Meer krassen, meer moed
Het accountantsberoep is niet gewend om het open gesprek te voeren over fouten en leert er daarom niet van. Berry Wammes gunt accountants 'in het veld' en ook bestuurders...
Waar maak jij je druk om?
Waarom spreken zo weinigen binnen het accountantsberoep zich uit, vraagt Pieter de Kok zich af. Het beroep zou gebaat zijn bij meer tegengeluid, boosheid en compassie.
Verbeterplan accountantssector is tien jaar oud
Precies tien jaar geleden, op 25 september 2014, bood de accountantssector aan de politiek het verbeterplan 'In het publiek belang' aan. Dat plan moest zorgen voor...