Lening aan klant reden voor ontslag
Een RB-belastingadviseur, die in dienst was van een accountantskantoor, is ontslagen omdat hij een vaste klant twee ton heeft geleend, terwijl het kwaliteitshandboek van kantoor dit verbiedt. De adviseur krijgt een transitievergoeding van 16 mille, zegt het Gerechtshof Den Haag.
Lex van Almelo
De accountant en eigenaar van het mkb-kantoor kwam er naar eigen zeggen "toevallig" achter dat de adviseur twee ton had uitgeleend, toen hij de conceptjaarrekening 2016 bekeek. De adviseur had het bedrag in de jaarrekening vermeld, maar niets aan zijn baas verteld. Voor de accountant, die de adviseur eerder al een verbetertraject had aangeboden, was daarmee de kous af. Hij vroeg de kantonrechter het arbeidscontract met de adviseur te ontbinden.
De kantonrechter wees dat verzoek toe, samen met een transitievergoeding van ruim 16.000 euro bruto. De adviseur had een contract voor onbepaalde tijd sinds 2011. In dat contract staat dat hij zich moet houden aan het kwaliteitshandboek van het kantoor en aan de regels die daarin staan over onafhankelijkheid en integriteit. Ook moet hij aan de accountant omstandigheden en relaties melden die de naleving van de fundamentele beginselen voor accountants in gevaar kunnen brengen. Het aanhouden van een financieel belang in een cliënt, het gezamenlijk met een cliënt aanhouden van een financieel belang en het aanhouden van een te nauwe zakelijke relatie met een cliënt kunnen een bedreiging zijn van die fundamentele beginselen.
Bovendien moest de fiscalist als lid van het Register Belastingadviseurs (RB) vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in gevaar konden komen bij de uitoefening van het beroep en mocht hij geen werkzaamheden verrichten die indruisen tegen de onafhankelijkheid.
'Zonder toestemming'
In hoger beroep vecht de adviseur de ontbinding aan en eist een billijke vergoeding van 1,1 ton. Het Gerechtshof Den Haag bevestigt de beschikking van de kantonrechter op hoofdlijnen. Het hof vindt dat de adviseur - als hij het kwaliteitshandboek, zoals hij stelt, inderdaad niet heeft gekregen - gezien zijn niveau in ieder geval navraag had moeten doen toen hij het arbeidscontract tekende.
Verder vindt het hof dat het "niet verenigbaar is met de functie van een belastingadviseur werkzaam op een accountantskantoor" om een vaste klant zonder toestemming van de baas een lening van twee ton te verstrekken. "Dit kan anders liggen indien de werkgever/accountant daarvoor (impliciet of expliciet) toestemming heeft verleend." Het hof licht deze nuancering niet toe. Vermoedelijk hangt het ermee samen dat de accountantsregels duidelijker zijn over de ongeoorloofdheid van zulke financiële belangen dan de regels van het RB.
Verwijtbaar
De adviseur heeft zijn baas weliswaar niets gezegd, maar de lening wel verwerkt in de jaarrekening, die de accountant uiteindelijk zou zien. Hij heeft de lening dus niet echt verzwegen. Verder was de accountant erbij toen de klant een voorstel deed om certificaten van 4.000 euro te kopen. Volgens het hof was het wenselijk geweest als de accountant toen meteen had gezegd dat investeren in het bedrijf ongeoorloofd was.
Overigens vindt het hof dat de kantonrechter het contract niet had moeten ontbinden wegens een verstoorde arbeidsverhouding (de zogenoemde g-grond uit artikel 7:669 lid 3 BW), maar wegens verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (de e-grond). Voor de uitkomst en de hoogte van de vergoeding maakt dat echter niet uit.