Nieuws

Fiscaal advies zakelijk huurrecht was niet fout

Van der Veen & Kromhout heeft een vrachtwagenchauffeur niet onjuist geadviseerd. De chauffeur moet het kantoor de openstaande rekeningen betalen, zegt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Lex van Almelo

Een klant van het accountants- en belastingadvieskantoor uit het Friese Joure en Gorredijk exploiteert een transportonderneming vanuit zijn in privé gehuurde woning. Eind 2001 treedt hij voltijds in dienst bij P&O Trans European Nederland. Van der Veen & Kromhout verleent van 2001 tot en met 2011 accountant- en adviesdiensten aan de chauffeur en verzorgt de ib-aangiften.

Vanaf 2012 laat de chauffeur de boekhouding verzorgen door Geko Finance en Administratie te Oosterwolde. Van de door Van der Veen & Kromhout gefactureerde bedragen laat de chauffeur 17.600,18 euro inclusief btw onbetaald. Volgens Geko deugen de eerder ingediende aangiften niet. De nieuwe boekhouder maakt namens de chauffeur bezwaar tegen de aanslagen ib/pvv van 2001 tot en met 2011. De aanslagen worden verminderd over de jaren 2007 tot en met 2011; voor de jaren  daarvoor zijn het bezwaar c.q. het herzieningsverzoek te laat ingediend.

De chauffeur beticht Van der Veen & Kromhout zonder succes van beroepsfouten in de procedure bij de kantonrechter. De rechter wijst wel de vordering van het kantoor toe. In hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden eist de chauffeur een kleine 35 duizend euro van het kantoor plus de proceskosten.

Zakelijk huurrecht

De juridische strijd gaat over de vermeende beroepsfout van het kantoor en over de vraag of:

  • de gezinswoning moest worden aangemerkt als ondernemingsvermogen;
  • het huurrecht van de woning van de zzp’er moest worden aangemerkt als zakelijk;
  • de chauffeur in 2001 in aanmerking kwam voor investeringsaftrek;
  • de chauffeur in 2001 en 2002 in aanmerking kwam voor zelfstandigenaftrek.

Van der Veen & Kromhout heeft aangevoerd dat:

  • de keuze voor wel of niet zakelijk etiketteren van het huurrecht gemaakt moet worden bij aanvang van de onderneming;
  • het tot 2016 geen staande praktijk was om het huurrecht als ondernemingsvermogen te etiketteren;
  • de kantonrechter daarom terecht heeft gezegd dat de chauffeur niet heeft aangetoond waarom het kantoor dit dan toch had moeten doen.

Het gerechtshof sluit zich hierbij aan. Of het huurrecht van een woning van de eigenaar van een eenmanszaak kan worden gezien als privévermogen dan wel als ondernemingsvermogen hangt af van de keuze die de ondernemer maakt in het eerste jaar dat hij het huurrecht gebruikt voor de onderneming. Bij de chauffeur was dat in 2001. Daarna kon hij de keuze alleen nog veranderen onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld bij een verhuizing. Maar dat er bijzondere omstandigheden waren, heeft de chauffeur niet aangetoond.

Volgens het hof had Van der Veen & Kromhout de chauffeur niet spontaan hoeven aan te raden om meteen te kiezen voor zakelijke etikettering. De Hoge Raad heeft pas in 2016 gezegd dat ook het huurrecht tot het ondernemingsvermogen behoort als de woning daartoe ook wordt gerekend. Daarvóór was de rechtspraak hierover niet duidelijk en was zakelijk etiketteren geen staande praktijk.

Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat vóór die tijd minder dan één procent van alle ib-ondernemers en resultaatgenieters deze mogelijkheid gebruikten. Gezien deze geringe aantallen vindt het hof de verklaring van Van der Veen & Kromhout overtuigend dat deze fiscale regeling destijds niet beschreven werd in de vakliteratuur of andere te raadplegen bronnen. Het kantoor had in 2016 niet met terugwerkende kracht hoeven onderzoeken of de chauffeur hiervoor alsnog voor in aanmerking kwam.

Urennorm

De chauffeur vangt verder bot met zijn claim van zelfstandigenaftrek en investeringsaftrek. Vanaf medio november 2001 was hij ook fulltime werkzaam bij P&O Transport. Daarom was het onaannemelijk dat hij in 2001 had voldaan aan de urennorm. In overleg met de chauffeur is besloten om pas in 2003 de zelfstandigenaftrek toe te passen omdat hij toen voor het eerst voldeed aan de urennorm. De chauffeur heeft niet aannemelijk kunnen maken dat hij er eerder voor in aanmerking kwam. Datzelfde geldt voor de investeringsaftrek, die volgens Van der Veen & Kromhout niet mogelijk was vanwege een besmet belang.  

De chauffeur moet dus gewoon de openstaande facturen betalen en de proces- en advocaatkosten van het kantoor vergoeden ad 3347 euro.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.