Nieuws 26 maart 2019

Taakstraf na doorhaling wegens ob-fraude

De Rechtbank Rotterdam heeft een doorgehaalde accountant veroordeeld tot 240 uur taakstraf en een voorwaardelijke celstraf van vier maanden. Hij heeft van 2009 tot begin 2013 onjuiste ob-aangiften ingediend.

Lex van Almelo

De toenmalige registeraccountant in business heeft met zijn frauduleuze aangiften de fiscus voor in totaal 316.000 euro benadeeld. Pas nadat de Belastingdienst in 2014 poolshoogte was komen nemen, diende hij suppletie-aangiften in. Die aangiften heeft hij overigens niet betaald.

De Rechtbank vindt dat de eis van 180 uur taakstraf "vanuit punitief en preventief oogpunt onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten". Van een registeraccountant wordt namelijk "een hoge mate van integriteit en professionaliteit verwacht". Door zijn handelen heeft de fraudeur ook het aanzien van en het vertrouwen in zijn beroepsgroep geschaad.

Niet dubbelop

De advocaat van de veroordeelde, jurist en accountant-administratieconsulent Dick Alblas, vond dat de rechtbank de eis van de officier van justitie niet ontvankelijk had moeten verklaren, vanwege het ne bis in idem-beginsel. Zijn cliënt was namelijk al geschrapt uit het accountantsregister. Het bleek niet mogelijk om zich na een jaar weer in te schrijven, omdat hij geen Verklaring Omtrent het Gedrag had gekregen. De schrapping uit het register heeft daardoor volgens Alblas een punitief karakter gekregen en strafvervolging zou leiden tot dubbele bestraffing.

Volgens de rechtbank dient de tuchtrechtspraak een ander doel dan het strafrecht en is een tuchtklacht iets anders dan een criminal charge. Daarom gaat het argument van dubbele vervolging c.q. bestraffing niet op. Ook de weigering van een VOG houdt geen doublure in. Dat is namelijk een preventieve maatregel en geen sanctie.