Nieuws 01 november 2019

Kosten fraudeonderzoek KPMG niet proportioneel

Twee fraudeverdachten hoeven het Havenbedrijf Rotterdam slechts een deel te vergoeden van de kosten die KPMG in rekening bracht voor het fraudeonderzoek. Volgens de Rechtbank Amsterdam staan de facturen niet in verhouding tot de schade.

Lex van Almelo

Het Havenbedrijf betaalde KPMG 384.932,46 euro voor het fraudeonderzoek. Het bedrijf probeerde die schade eerst te verhalen op zijn manager D&IT, die in het complot zat. De Rechtbank Rotterdam zei in april dat de manager niet méér hoeft te vergoeden dan 226.875 euro. De rechtbank vindt 1279,9 gefactureerde uren onredelijk veel om de fraudeur mee te belasten; 750 uren tegen een uurtarief van 250 euro is voldoende.

Het Havenbedrijf begon ook een civiele procedure tegen twee dga’s van de FMS Group, die voor 4,6 ton aan valse facturen stuurde. Het bedrijf eist dit bedrag terug en vordert een vergoeding van 3,2 ton voor de gemaakte onderzoekskosten. Dat de onderzoekskosten in deze zaak lager uitvallen, komt omdat KPMG een creditnota heeft gestuurd. Het bedrag van ruim 3,8 ton stond op de “pro forma factuur”, die volgens woordvoerder Frouke Albers later is gecorrigeerd “omdat kosten lager uitvielen dan vooraf ingeschat”.

De Rechtbank Amsterdam heeft de claim van de onterecht betaalde rekeningen in zijn geheel toegewezen, maar de schade van de onderzoekskosten slechts gedeeltelijk. De twee zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de schade van 457.731,50 euro door de onverschuldigde betalingen aan FMS Group. Van de kosten voor het fraudeonderzoek hoeven zij echter niet meer dan twee ton te vergoeden.

Onredelijk

In de ogen van de rechtbank staat onvoldoende vast dat de gefactureerde onderzoekskosten “qua omvang redelijk zijn”. KPMG heeft namelijk gebruik kunnen maken van de onderzoeksresultaten die het Openbaar Ministerie ter beschikking had gesteld. Bovendien moeten de onderzoekskosten in redelijke verhouding blijven staan tot de hoogte van de schade.

In dit geval vindt de rechtbank twee ton meer dan genoeg. Daar komt dan de wettelijke rente bij, die wordt berekend vanaf de vervaldatum van de laatste factuur. Dat bedrag is nog altijd minder dan de 226.875 euro die de Rotterdamse rechtbank redelijk vindt.