Nieuws 19 september 2018

Kosten toetsing staan los van de uitkomst

Een registeraccountant moet de rekeningen betalen die de NBA heeft gestuurd voor een periodieke toetsing en de beoordeling van het verbeterplan. Ook al is het eindoordeel op een ondergeschikt punt niet juist. Dat zegt het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Lex van Almelo

De accountantspraktijk van een registeraccountant wordt bij een kwaliteitstoetsing in 2013 onvoldoende bevonden. De accountant krijgt in 2014 zes weken om een verbeterplan in te dienen. De accountant tekent bezwaar en beroep aan tegen dit oordeel. In hoger beroep blijft het negatieve eindoordeel grotendeels intact; de accountant krijgt op twee puntjes gelijk.

Ondertussen heeft de accountant een verbeterplan ingediend, dat in 2015 wordt goedgekeurd. De hertoetsing, die de NBA vervolgens aankondigt, wordt uitgesteld tot 2018. De uitkomst hiervan is (nog) niet bekend.

De NBA heeft de accountant een nota van 2450 euro gestuurd voor de eerste toetsing. Dat is het standaardbedrag voor een kantoor met één accountant, dat één of meer assurance-opdrachten uitvoert. Op de vragenlijst heeft de accountant de vraag over assurance-opdrachten namelijk beantwoord met ja. Een foutje, zegt de accountant. Dat blijkt volgens hem ook uit de toelichting: “opgaaf gegevens aan een verzekeringsmaatschappij”. De NBA mag dus volgens hem niet meer rekenen dan 1600 euro.

De accountant betaalt de factuur niet. Ook de nota van 1230 euro voor de beoordeling van het verbeterplan blijft onbetaald. Omdat het hoger beroep tegen het eindoordeel deels gegrond was, had het verbeterplan minder zwaar kunnen zijn, meent hij.

Kosten terecht

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven zegt nu dat de accountant de facturen gewoon moet betalen. Volgens de Wet op het accountantsberoep en daarop gebaseerde kwaliteitsverordeningen moet de NBA de kosten van toetsingen en beoordelingen in rekening brengen ongeacht de uitkomst van de toetsing.

Dat de NBA 2450 euro rekent voor de eerste periodieke toetsing ligt aan de accountant. Die heeft het vragenformulier fout ingevuld, waardoor de NBA twee accountants naar de praktijk stuurde. Dat ter plaatse bleek dat de accountant geen assurance-opdracht uitvoert, maakt voor de kosten niet uit. De kosten voor twee toetsers waren inmiddels gemaakt.

Dat de accountant inmiddels is gestopt met zijn accountantspraktijk en betaling van de facturen voor hem “onevenredige gevolgen” heeft, is geen reden om een streep te zetten door de nota’s.