Nieuws 24 juli 2017

Schadeclaim oud-eigenaar VPZ tegen KPMG definitief afgewezen

Nadat de tuchtrechter al zei dat KPMG terecht goedkeurende verklaringen had afgegeven, staat er nu definitief een streep door de schadeclaim van de voormalig eigenaar van VPZ. De Hoge Raad heeft diens cassatieberoep ongegrond verklaard.

Lex van Almelo                    

Gedwongen door liquiditeitsproblemen verkocht de eigenaar van VPZ Assuradeuren het bedrijf in mei 2010 aan Aevita. De verkoopprijs viel veel lager uit dan verwacht. Vanwege aansluitingsverschillen in de volmachtbalansen moest de verkoper Aevita nog 443.617 euro betalen. 

Een volmachtbedrijf voert allerlei werkzaamheden uit voor verschillende verzekeraars op basis van volmachtovereenkomsten. Een volmachtbalans geeft een overzicht van de financiële gegevens die horen bij de uitvoering van de volmachtovereenkomsten. Tot begin 2010 waren de volmachtbalansen van VPZ niet opgenomen in de geconsolideerde jaarrekeningen. 

Een registeraccountant van KPMG keurde de jaarrekeningen desondanks goed. Ook gaf hij een goedkeurende verklaring af bij de rekening-courantoverzichten. Daarop stonden de voorschotten die VPZ ontving om schades af te wikkelen alsmede de nog af te dragen premies die VPZ heeft geïncasseerd. 

De verkoper vindt dat de accountant van KPMG zijn werk niet goed gedaan heeft en de jaarrekeningen over 2004 tot en met 2008 ten onrechte heeft goedgekeurd. De tuchtrechter was dat niet met de oud-eigenaar eens. 

Claim twintig miljoen

Bij de civiele rechter heeft hij evenmin succes. In de civiele procedure eiste KPMG dat de verkoper de openstaande rekeningen betaalt.  Op zijn beurt claimde de verkoper een schadevergoeding van 19.539.043 euro. 

De Rechtbank Groningen wees de vordering van KPMG toe en die van de oud-VPZ-eigenaar af. In hoger beroep verminderde de VPZ-verkoper zijn eis tot 12.898.339 euro, maar haalde opnieuw bakzeil. Onder verwijzing naar dit arrest van de Hoge Raad ging het gerechtshof ervan uit dat de civiele rechter zijn uitspraak extra moet motiveren als hij afwijkt van het oordeel van de tuchtrechter. Het vonnis van de rechtbank blijft zowel in hoger beroep als in cassatie overeind. 

Uiteenlopende opvattingen

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de verkoper ongegrond en verwijst daarbij zonder nadere motivering naar de conclusie van de advocaat-generaal. Deze adviseur vindt onder meer dat het gerechtshof terecht heeft gezegd dat de verkoper niet heeft aangetoond dat de accountant ernaast zat en dat de volmachtbalans wel in de jaarrekening had moeten worden opgenomen. 

Op het moment dat KPMG haar goedkeuringsverklaringen afgaf bestonden er geen concreet aanwijsbare normen die voorschreven dat volmachtbalansen in de jaarrekening moeten worden opgenomen. Ook de tuchtrechter ging ervan uit dat er op dat moment binnen de beroepsgroep geen eensluidende opvattingen bestonden over het opnemen van een volmachtbalans in de jaarrekening. 

De oud-VPZ-eigenaar suggereert dat de volmachtbalansen al sinds 2008 werden opgenomen in de jaarrekeningen van volmachtbedrijven die werden goedgekeurd door alle grote accountantskantoren. Maar de visie dat dit op die manier moet, werd volgens de Hoge Raad pas in 2013 en 2014 breed gedragen.