Nieuws 06 juni 2016

Dijsselbloem ziet geen gaten in 'Chinese muur'

In de 'Chinese muur' tussen controle- en adviesafdelingen bij accountantskantoren zit geen gat.

Dat zegt minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën in antwoord op Kamervragen die Henk Nijboer stelde naar aanleiding van berichtgeving in het Financieele Dagblad en op Accountant.nl. Op de vraag of de Nederlandse wetgeving wordt omzeild doordat buitenlandse zusterfirma's van Nederlandse accountantskantoren advies geven aan controleklanten van het Nederlandse kantoor, antwoordt Dijsselbloem dat dit niet zo is.

Dijsselbloem: "In de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) is bepaald dat buitenlandse accountantsorganisaties van het netwerk waartoe de Nederlandse accountantsorganisatie behoort ook geen adviesdiensten mogen verlenen aan de controlecliënt of aan de Nederlandse netwerkonderdelen van de controlecliënt. Uit het artikel in het FD blijkt ook niet dat daarvan sprake is.

Tegelijkertijd volgt uit het voorgaande dat buitenlandse netwerkonderdelen van de accountantsorganisatie wel adviesdiensten mogen verlenen aan buitenlandse moeder- of dochtermaatschappijen van de controlecliënten. Deze situatie wordt niet gedekt door de Nederlandse wetgeving. Indien dit gebeurt, is geen sprake van omzeiling van de Nederlandse wetgeving."

Dijsselbloem benadrukt wel dat Nederlandse controlerende accountantsorganisaties altijd moeten nagaan of de onafhankelijkheid in gevaar komt.

Verordening 537/2014

Henk Nijboer stelde ook nog een vraag naar aanleiding van een bericht op Accountant.nl: "Op accountant.nl wordt gesteld dat goed gebruik in de EU is dat lidstaten regelgeving zo opstellen dat deze geen invloed heeft op het buitenland; onderschrijft u deze stelling? Waar is deze stelling op gebaseerd? Is het niet heel gewoon dat regelgeving in het land van de beursnotering werking heeft in het buitenland?"

Dijsselbloem antwoordt dat Nederland geen Nederlandse wetgeving kan toepassen in andere landen. Dijsselbloem wijst op Verordening 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 (die op 17 juni 2016 in werking treedt), die een niet-limitatieve lijst met diensten bevat die accountantsorganisaties of netwerkonderdelen niet mogen verlenen aan oob’s en daaraan gelieerde entiteiten, indien een accountantsorganisatie verantwoordelijk is voor de wettelijke controle van een oob. lidstaten mogen aanvullend andere diensten verbieden dan de in de verordening genoemde diensten. "Indien een lidstaat, zoals Nederland, kiest voor een nog strenger regime, dan heeft die keuze alleen effect op de accountantsorganisaties binnen de jurisdictie van de betreffende lidstaat."

Wetgeving heroverwegen

Op de vraag van Nijboer of de minister bereid is de wetgeving op dit punt te heroverwegen "zodat de onafhankelijkheid van accountants gegarandeerd wordt" antwoordt Dijsselbloem dat met het ingaan van de bovengenoemde verordening er aanvullende regels van toepassing worden voor accountantsorganisaties die adviesdiensten verlenen.

Dijsselbloem: "Voor zover het gaat om werkzaamheden die buitenlandse netwerkonderdelen van de Nederlandse accountantsorganisatie verrichten voor gelieerde entiteiten van de oob gevestigd in een andere lidstaat, komen deze werkzaamheden onder het verbod van artikel 5, eerste lid, van de verordening te vallen. Dit betekent dat in de Europese Unie gevestigde netwerkonderdelen van de Nederlandse accountantsorganisatie geen verboden niet-controlediensten meer mogen verlenen aan in de Europese Unie gevestigde ondernemingen die gelieerd zijn aan de in Nederland gevestigde oob. Gelet op het voorgaande is de onafhankelijkheid van de controlerend accountant in verschillende scenario’s naar mijn oordeel in voldoende mate gewaarborgd."

• Antwoorden op Kamervragen over bericht ''Chinese muur' vertoont gat'