Nieuws 07 december 2016

NBA schrapt ledenvergadering, governanceplan uitgesteld

De geplande extra ledenvergadering van de NBA, op 19 december aanstaande, gaat niet door. De beroepsorganisatie schrapt de vergadering, want het voorstel voor een nieuwe governancestructuur heeft onvoldoende draagvlak.

Volgens voorzitter Pieter Jongstra gaat het plan niet definitief van tafel. “We gaan nu eerst het visietraject afronden, om daarna te besluiten over aanpassingen van het fundament dat er nu ligt”.

Het werd de laatste weken steeds duidelijker dat de NBA niet alle handen op elkaar zou krijgen voor het nieuwe governanceplan, dat uitgaat van een compact bestuur, een ledenraad en een maatschappelijk forum. Diverse partijen bleken nog niet overtuigd. Daarom heeft het NBA-bestuur unaniem besloten tot uitstel van het voorstel voor een andere bestuurlijke inrichting.

Zorgvuldig proces

NBA-voorzitter Pieter Jongstra benadrukt dat het proces rondom het nieuwe plan zorgvuldig is verlopen, inclusief consultatie en toelichting aan de verschillende ledengroepen en commissies en  tijdens bijeenkomsten in het land. Hij is teleurgesteld dat over het governanceplan nu nog geen besluit wordt genomen. “Ik vind het nog steeds een goed plan, maar het is op dit moment nog een stap te ver. We zitten er namens en voor de sector en daar luisteren we naar”.

Volgens Jongstra heeft het bestuur de leden onvoldoende kunnen overtuigen en is er “een te gering draagvlak om zo’n belangrijk besluit door te voeren”. Een gewone meerderheid is voor hem niet genoeg: “Een voorstel als dit moet je niet met de hakken over de sloot willen binnenhalen, daar wil je eigenlijk een tweederde meerderheid achter hebben staan. Onze inschatting is dat we die op 19 december niet gaan halen.”

Structure follows strategy

Door het schrappen van de ledenvergadering over de bestuurlijke hervorming kiest het NBA-bestuur nu voor structure follows strategy: eerst afronding van het visieproces, waarvan de aftrap op de Accountantsdag plaatsvond. Daarna volgt besluitvorming over de governance van de organisatie. Van diverse kanten werd voor deze volgorde gepleit. Jongstra: “We willen de sector als een eenheid meenemen in de veranderingen die plaatsvinden. Als er uit het visietraject ingrijpende voorstellen komen, is het belangrijk dat ook die een ruim draagvlak hebben. Wij vragen onze leden in 2017 actief bij te dragen aan de visievorming.“

Ledenraad

In de aanloop naar de geplande ledenvergadering groeide het besef dat een deel van de achterban moeite had met het verkleinen van het bestuur van dertien naar zeven leden, waarvan twee bovendien van buiten het beroep komen. Vertegenwoordiging van de ledengroepen is geregeld via de nieuwe ledenraad, maar die moet zich nog in de praktijk bewijzen, meent Jongstra. “Uitgangspunt van ons voorstel is verdere professionalisering van het bestuur. De countervailing power stel je zeker door er niet-accountants in op te nemen en door een ledenraad te installeren die veel meer dan voorheen de stem van de leden vertegenwoordigt.” Dat die ledenraad een adviserende rol heeft doet daar niets aan af, aldus de voorzitter. “Door het transparant maken van die adviezen wordt het erg lastig voor een bestuur om er van af te wijken”. Dat geeft de ledenraad “impliciete macht”.

Wat Jongstra betreft is de vrees vanuit de mkb-praktijk dat hun bestuurlijke vertegenwoordiging te beperkt is, niet terecht. “Het bestuur wordt ook bij een bezetting van zeven personen altijd pluriform samengesteld. En in de ledenraad is ruim plaats voor accountants uit de mkb-praktijk, ook via de vertegenwoordigers vanuit de afdelingen.”

Verbinding

Jongstra geeft niet op, ondanks de teleurstelling. “We hebben stevige ambities en als iets niet meteen lukt, moet je doorgaan. Ik zit hier voor de sector, om samen met de achterban iets voor elkaar te krijgen. Verbinding is het sleutelwoord. Als bestuur gaan we opnieuw met de leden in gesprek om de toekomst te bepalen en om die verbinding te zoeken. Het belangrijkste is dat de sector als een eenheid opereert. Dat geldt ook voor de visievorming en bij het formuleren van antwoorden op de bevindingen van de Monitoring Commissie Accountancy.”