Nieuws 14 januari 2016

KPMG-directeur wil schade claimen na hoofdkantoor-affaire

De stafdirecteur Financiën en Administratie van KPMG, die in juni 2015 als één van de verdachten in de mogelijke fraude het nieuwe hoofdkantoor werd weggestuurd, overweegt KPMG aansprakelijk te stellen voor de "diffamerende publicaties in de pers".

Dat blijkt uit een vonnis van de Rechtbank Amsterdam.

KPMG zegde de managementovereenkomst met de directeur op 28 mei 2015 op. Per 1 juni 2015 werd hem “gardening leave” aangezegd. Dat betekent dat hij op non-actief is gesteld, terwijl hij wordt doorbetaald. De directeur, die partner is via zijn praktijk-bv, vecht de opzegging aan. Momenteel loopt hierover een arbitrageprocedure, die normaal gesproken achter gesloten deuren wordt gevoerd.

De directeur heeft echter een verzoek ingediend bij de Rechtbank Amsterdam. Hij wil getuigen laten horen en van KMPG een afschrift krijgen van een rapport en besluit die tot zijn vertrek hebben geleid. De directeur overweegt een procedure tegen KPMG te beginnen op grond van onrechtmatige daad vanwege “de diffamerende publicaties over hem in de pers”. Zo verschenen er berichten in De Telegraaf en Het Financieele Dagblad. Verder meent hij dat hij nog steeds een arbeidsovereenkomst heeft met KPMG.

De rechtbank heeft zijn verzoeken afgewezen. De rechtbank acht zich niet bevoegd, omdat:

• er al een arbitrageprocedure loopt;
• de directeur het verzoek bij voorkeur aan de arbiters moet richten;
• de arbiters bevoegd zijn om het verzoek toe te wijzen;
• de arbiters de getuigen het best zelf kunnen horen.

Het Openbaar Ministerie verdenkt de directeur, een voormalig KPMG-bestuurder en anderen ervan dat zij de winst op de verkoop van het nieuwe kantoorpand met valse facturen optisch zouden hebben verlaagd om belasting te besparen.

KPMG zegt niet op het vonnis te kunnen reageren zo lang de arbitrageprocedure loopt.