Nieuws

Doorbraak proefproces Abab tegen belastingwetgeving

Belastingheffing over stille reserves op ter beschikking gestelde zaken die overgaan naar de winstsfeer is niet terecht. Met dit advies geeft de advocaat-generaal van de Hoge Raad Abab gelijk in het proefproces hierover.

Abab spande over het jaar 2011 een proefproces aan over deze belastingheffing. "Reeds toen heb ik de belastinginspecteur aangegeven dat het belasten van de overgang van stille reserves naar de onderneming onterecht is", vertelt Bert van den Kerkhof, hoofd vaktechniek belastingadvies van accountants van Abab. "Maar zowel de belastinginspecteur als de staatssecretaris van Financiën gaven aan dat deze belastingheffing wel dient plaats te vinden."

Meewerkende echtgenote

De kwestie waar het om draait betreft een agrarisch bedrijf dat de grond niet in eigendom heeft. Dat is in het bezit van de echtgenote van de ondernemer, die de grond aan haar man heeft verpacht. Het stel is getrouwd onder huwelijkse voorwaarden en zij is niet als ondernemer betrokken bij het bedrijf. Haar arbeidsinbreng is die van meewerkende echtgenote.

De echtgenote wil echter als ondernemer toetreden tot het bedrijf met inbegrip van haar bezit. Maar die stap wordt bemoeilijkt doordat bij de inbreng van haar grond en gebouwen in de onderneming fiscaal afgerekend gaat worden.

"Die belastingheffing is gebaseerd op de waarde van de grond en gebouwen op het moment van inbreng in de onderneming", legt Van den Kerkhof uit. "Die waarde is hoger dan toen de wet in 2001 werd gewijzigd en de waarde op basis van de invoeringswet werd vastgesteld. Over dat verschil moet ze belasting betalen bij het inbrengen van de grond in de onderneming."

Ondernemerschap

Van de Kerkhof beroept zich op artikel 3.99, Wet IB 2001. Die maakt het mogelijk om bepaalde werkzaamheden uit te laten groeien naar ondernemerschap, zonder dat die overgang fiscaal wordt belast. In deze zaak staat centraal wat er onder het begrip 'uitgroeien' moet worden verstaan.

"Grond en gebouwen die zijn verpacht kunnen niet uitgroeien naar een onderneming, zo is de opvatting van de Belastingdienst en van het ministerie van Financiën", zegt Van den Kerkhof. "Die uitleg maakt het voor veel fiscale partners in het mkb moeilijk om grond of winkelpanden in te brengen in de onderneming van de partner.

In onze zienswijze is er wel degelijk sprake van uitgroeien als iemand grond gaat exploiteren voor eigen rekening en risico in plaats van deze te verhuren of te verpachten zonder ondernemingsrisico. Voor de inning van belastingen gaat er niets verloren, alleen het moment van heffing verandert. De advocaat-generaal van de Hoge Raad is nu dezelfde mening toegedaan."

Grote gevolgen

Van den Kerkhof denkt dat de uitspraak van de Hoge Raad grote gevolgen zal hebben voor het mkb. "Er zijn veel zogenoemde verbonden personen die hun bezit nu niet willen inbrengen in de onderneming omdat zij de belastingaanslagen op de stille reserves niet kunnen betalen. Dat remt het ondernemerschap in ons land. Dat de Hoge Raad daar hopelijk verandering in gaat brengen, doet volgens mij recht aan de uiteindelijke bedoeling van de wet. Die is namelijk bedoeld om het ondernemerschap te stimuleren."

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.