Nieuws

Kippenboer onderbouwt claim tegen Abab niet

Het Gerechtshof ’s Hertogenbosch heeft in hoger beroep een eis van bijna 1 miljoen tegen Abab afgewezen. De eiser heeft niet aangetoond dat hij financieel nadeel heeft geleden, laat staan dat Abab schade heeft veroorzaakt.

Lex van Almelo

Een kuikenboer verkoopt zijn vleeskuikenbedrijf in 1996 aan de gemeente om onteigening te voorkomen. Op aanraden van Abab stopt hij een deel van de opbrengst in een commanditaire vennootschap, waarin hij met zijn zoon als beherend vennoot een pluimveebedrijf exploiteert. Op die manier kan hij vermogen fiscaal geruisloos overdragen. Over de opbrengst van de schadeloosstelling zelf moet nog wel belasting worden betaald.

De zoon neemt het hele bedrijf over per 1 januari 2000, waarbij de cv wordt beëindigd. Abab adviseert de zoon hierbij en berekent de overnameprijs. De zoon moet zijn pa nog 114.538 euro betalen wegens ‘overbedeling’ in de cv. Vanwege de latente belastingclaim over de schadeloosstelling is de vader de zoon nog 107.538 euro verschuldigd. De zoon moet per saldo dus 7 mille betalen.

De vader leent zijn zoon een kleine 3 ton. In de loop van de volgende jaren scheldt vader deze schuld kwijt. In 2005 schenkt de vader de zoon nog eens 53 mille. De zoon is niet tevreden met de overnameprijs en Abab. Hij stapt over naar een andere accountant en begint een procedure tegen Abab en zijn vader. Hij verwijt Abab dat het de overnameprijs niet goed heeft berekend en eist 8,5 ton. De rechtbank wijst de vordering af.

In hoger beroep doet de zoon er nog een schepje bovenop: de eis is nu 994.031 euro. Hij verwijt Abab nu ook dat het kantoor hem niet heeft gezegd dat hij het ‘doorschuiven’ van de belastingclaims had kunnen weigeren.

Het gerechtshof wijst de eis af. De zoon heeft niet met stukken en cijfers aangetoond dat hij te weinig heeft gekregen in verband met de latente belastingclaim. Wel is gebleken dat de zoon nog vóór de overname heeft geprofiteerd van een buitengewone baat ad 103 duizend euro.

Volgens het hof is het bedrijf niet tegen de werkelijke waarde afgerekend en is niet duidelijk wat die werkelijke waarde was. Daarom kan het gerechtshof ook niet vaststellen of de zoon financieel nadeel of schade heeft geleden door de afrekening. De zoon moet nu een kleine 17 mille aan proceskosten betalen.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.