Nieuws 10 september 2015

HLB Van Daal werkt aan revival als oob-kantoor

Hoewel HLB Van Daal & Partners de oob-vergunning heeft ingeleverd, wil het in de toekomst opnieuw een oob-kantoor worden. Maar het inpassen van nieuwe regels voor partnerbeloning en claw back vragen meer tijd dan er nu beschikbaar is.

"Wij willen graag weer een oob-kantoor worden", zegt Erik van der Haar, partner van HLB Van Daal & Partners. "Het kabinet gaat meer organisaties aanmerken als oob. Daardoor ontstaat er een interessante controlemarkt waar wij opnieuw deel van willen uitmaken."

Van der Haar reageert op het verruilen van de oob-vergunning door het kantoor voor een gewone AFM-vergunning. Zwaarwegend is de invoering van regels van de werkgroep Toekomst Accountantsberoep.  HBL Van Daal staat achter deze regels, maar kan de deadline voor invoering ervan niet halen. "De nieuwe regels moeten binnen twee jaar worden ingevoerd. Wij hebben echter meer tijd nodig."

Van der Haar wijst op twee belangrijke voorstellen van de werkgroep die bij HLB Van Daal als knelpunten worden ervaren: de claw back-regeling en de aan kwaliteit gekoppelde beloning.

"Die grijpen diep in op onze organisatie. De partners hebben onderling afspraken gemaakt over beloning en andere arbeidsvoorwaarden. Wij kennen nu een gelijke beloning voor alle partners, zoals bij veel kantoren van onze omvang gebruikelijk is. De voorstellen van de werkgroep sluiten daar niet bij aan en kunnen bij ons tot ongelijkheid leiden."

"Neem de claw back-regeling die voor partners in de controlepraktijk gaat gelden. We hebben ook partners die niet aan controle doen en voor hen geldt de regel voor teruggave van een deel van de beloning niet. Niet alle partners zijn het ermee eens dat deze regel slechts voor een deel van hen gaat gelden, of dat deze regel voor alle partners, ook de niet-externe accountants, zou moeten gelden."

Een ander voorstel van de werkgroep is dat de partnerbeloning gekoppeld moet worden aan de controlekwaliteit. Ook deze regel geldt voor een select aantal partners, met hetzelfde risico van ongelijkheid, zegt Van der Haar. "De regels van de werkgroep leiden dan ook tot onderlinge discussie, die voorlopig nog niet is afgerond."

Daar komt bij dat beloning op basis van kwaliteit op gespannen voet staat met het inkopen in de maatschap. "Je betaalt als toetredend partner voor goodwill en daarvoor ontvang je een beloning die daarmee in overeenstemming is. Het is wel heel ingrijpend als dit rendement er niet uitkomt. Waar betaal ik dan voor, zo kan menige partner gaan denken."

Ook de partnerfinanciering door de bank staat op de tocht. "De bank gaat het niet leuk vinden als er geen zekerheid is over het afbetalen van door de partners. Begrijp me niet verkeerd, we zijn voor de regels van de werkgroep. We gaan de claw back-regel invoeren zoals door de werkgroep voorgesteld. Ook gaan we ons beloningsbeleid voor partners aanpassen. Alleen hebben we daar meer tijd voor nodig dan de gestelde termijn van twee jaar."

Ondanks de praktische bezwaren denkt Van der Haar dat de partners het eens zullen worden over aanpassingen. "We komen er heus wel uit en dan gaan we opnieuw de oob-vergunning aanvragen."