Nieuws 30 juni 2015

Klacht tegen Vestia-accountant ongegrond

Het Openbaar Ministerie heeft niet aannemelijk gemaakt dat de conclusies van de gespecialiseerde accountant over de derivaten van Vestia een deugdelijke grondslag misten. De Accountantskamer heeft de klacht daarom ongegrond verklaard.

De derivatenexpert werd in 2009 ingeschakeld door de controlerend Deloitte-accountant van Vestia. Op 17 mei 2009 concludeerde de derivatenexpert in een memo dat hij op basis van de verrichte werkzaamheden en bevindingen van mening is dat Vestia voldoet aan de vereisten van RJ290 om kostprijshedge-accounting toe te passen.

Het Functioneel Parket van het OM vindt dat de accountant bij zijn werkzaamheden lichtzinnig en te weinig kritisch te werk is gegaan en geen voldoende deugdelijke grondslag had voor zijn conclusie. Na het trekken en verspreiden van de conclusie zijn er namelijk nog substantiële werkzaamheden verricht. En het OM betwijfelt hevig of de reikwijdte van de verrichte werkzaamheden voldoende steun biedt voor de getrokken conclusie.

In oktober vorig jaar zei de Accountantskamer in een tussenbeslissing over de klacht van het OM al dat de accountant gezien zijn conclusie feitelijk assurance verleende, zodat een deugdelijke grondslag voor zijn conclusie inderdaad nodig was. Omdat de expert zich niet goed had kunnen verweren, gaf de Accountantskamer hem de gelegenheid dit alsnog te doen.

In de beslissing van gisteren zegt de Accountantskamer dat het OM niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de accountant onvoldoende werkzaamheden heeft verricht, want:

• de informatie die de accountant na zijn memo heeft uitgewisseld was niet van (essentieel) belang voor een deugdelijk grondslag;
• hoewel de accountant zijn bevindingen weliswaar eerst mondeling heeft meegedeeld en pas vijf weken later heeft vastgelegd, kun je niet zeggen dat hij onvoldoende informatie had voor dat memo;
• de urenregistratie is weliswaar gebrekkig, maar zegt niets over de inhoud van de werkzaamheden;
• in tegenstelling tot het OM vindt de Accountantskamer het voor hoogopgeleide professionals niet onmogelijk om in 36 uur een deugdelijke basis te leggen voor conclusies over kostprijshedge-accounting;
• uit schermafdrukken blijkt onder meer dat de accountant veel cijfermatige overzichten had en commentaar heeft geleverd op de checklist kostprijshedge-accounting;
• de accountant hoefde in het memo van 17 mei 2009 niet aan te geven hoe zijn eerdere kritiek op de AO/IB van Vestia was ondervangen, omdat hij toen nog geen opdracht had ontvangen;
• het is niet vreemd dat de accountant die kritiek uitte, omdat hij zo aangaf wat hij voor de controle kon betekenen;
• het is daarom ook niet vreemd dat de accountant hiervoor geen uren verantwoordde;
• de accountant mocht ervan uitgaan dat het controleteam de juistheid en volledigheid van de aangereikte gegevens had geverifieerd;
• wat de accountant in de verhoren van februari 2013 heeft gezegd, heeft weinig waarde, omdat hij niet wist dat die verhoren over hem zelf gingen en zich dus niet goed had voorbereid.