ING moet derivatenopslag terugbetalen
ING Bank moet een tandarts de tussentijds verhoogde debiteurenopslag terugbetalen die hoorde bij een renteswap. De tandarts mocht er volgens de Rechtbank Amsterdam van uitgaan dat de opslag gedurende de looptijd gelijk zou blijven.
De tandarts ondertekent op 1 juli 2008 een offerte van ING Bank voor de omzetting van zijn leningen in een Euroflexlening van twee miljoen euro en een rekening-courantkrediet van 250 duizend euro. Omdat de accountant van de tandarts aandrong op een vaste rente wordt voor de Euroflexlening het driemaands-Euribor-tarief plus een debiteurenopslag van 0,75 procent overeengekomen.
ING Bank verlaagt die opslag tot 0,65 procent, omdat de tandarts op aanraden van de bank daarnaast een renteswap sluit. Op basis van de swapovereenkomst betaalt de tandarts ING een vaste rente van 5,07 procent over de hoofdsom, die aanvankelijk twee miljoen euro bedraagt en aan het einde van de looptijd ongeveer 1,5 miljoen euro zal bedragen. ING betaalt hem in ruil hiervoor de dan geldende driemaands-Euribor rente.
De rente stijgt niet, maar daalt. De tandarts profiteert niet van die daling, maar moet daardoor juist meer betalen. ING verhoogt de opslag namelijk in etappes tot 1,5 procent om het risico van de waardedaling van de swap af te dekken. In maart 2015 kondigt de bank zelfs aan de opslag te verhogen tot 1,9 procent boven Euribor.
De tandarts stapt naar de rechter. Hij beroept zich op 'dwaling', omdat de bank hem onjuist zou hebben geïnformeerd en een onjuiste voorstelling van zaken zou hebben gegeven. Verder zou de bank toerekenbaar tekort zijn geschoten bij de uitvoering van de overeenkomst en haar zorgplicht hebben geschonden.
De tandarts eist onder meer dat:
- de overeenkomsten worden teruggedraaid;
- ING de schade vergoedt;
- ING de debiteurenopslag terugbetaalt.
De Rechtbank Amsterdam verwerpt het beroep op dwaling en laat de overeenkomsten intact. De rechtbank is het echter met de eiser eens dat de stukken van de bank de indruk wekken dat niet alleen de rente van de lening vast stond, maar ook de opslag van 0,65 procent was gefixeerd voor de duur van de overeenkomst.
In de offerte staat weliswaar dat ING de opslag één keer per jaar kan herzien. Maar nadat de tandarts een verlaging van die opslag had uitonderhandeld blijkt nergens uit dat de tandarts akkoord ging met de mogelijkheid ook de afgesproken 0,65 procent te herzien.
Ook in de documentatie en de rekenvoorbeelden uit de offerte gaat de bank uit van vaste percentages. Een e-mail van de ING accountmanager aan de tandarts, voordat de contracten werden gesloten, doet juist vermoeden dat de rente én opslag vast staan voor de duur van de swap: 'In feite betaal je dan voor deze lening een tarief van 4,95 procent (inkoop IRS) +/+ 0,75 procent (debiteurenopslag) = 5,75 procent per jaar voor vijf jaar fixe.'
ING heeft aangevoerd dat zij een debetrenteopslag rekent om de werkelijke inkoopkosten en het kredietrisico dat de bank loopt te compenseren en dat dit risico kan veranderen als het risicoprofiel van de klant verandert. Deze bedoeling en belangen achter de debetrenteopslag kende de tandarts destijds echter niet.
Al met al moet ING de tandarts alle betaalde debetopslagen boven boven de 0,75 procent terugbetalen: een bedrag van 58.140,42 euro plus wettelijke rente.
De rechtbank legt niet uit waarom zij bij dat bedrag uitgaat van 0,75 procent in plaats van 0,65 procent. Wel is duidelijk dat mkb-ondernemers die renteswaps of andere derivatencontracten hebben gesloten niet zonder meer hoop kunnen ontlenen aan deze uitspraak. De rechtbank zegt namelijk niet dat de bank onjuiste informatie heeft verstrekt of haar zorgplicht heeft geschonden. De rechtbank zegt alleen dat in dit geval niet vast staat dat de ondernemer ermee akkoord is gegaan dat de bank de debiteurenopslag één keer per jaar mocht verhogen.
Gerelateerd
Lagere straffen in Vestia-zaak na hoger beroep
De rechter heeft in hoger beroep tussenpersoon Arjan G. vrijgesproken van een gevangenisstraf van 2,5 jaar voor zijn rol in het financiële schandaal bij woningcorporatie...
'Assurance-expertise ontbrak bij afhandeling renteswapschandaal'
Bij de afhandeling van het complexe renteswapschandaal, waarbij duizenden voornamelijk mkb-ondernemers in de financiële problemen kwamen, ontbrak assurance-kennis...
ABN Amro hoeft tien mkb-bedrijven geen vergoeding te betalen in renteswapzaak
ABN Amro hoeft tien mkb-bedrijven geen schadevergoeding te betalen voor zogeheten renteswapproducten.
Banken zijn klaar met grote compensatieregeling derivatenkwestie
Banken zijn klaar met het regelen van de vergoedingen in het slepende rentederivatendossier. Volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ontvingen bijna 19.000...
Banken zijn bijna klaar met afhandelen derivatenkwestie
Banken zijn bijna klaar met het regelen van vergoedingen in het slepende rentederivatendossier. Volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bevindt het hele proces...