Nieuws 20 april 2015

Werkgroep niet-oob-kantoren aan de slag met verbeterplan

Wat betekent het pakket aan maatregelen uit het rapport In het publiek belang voor accountantskantoren met een niet-oob-vergunning van de AFM? Die vraag staat centraal binnen een nieuwe NBA-werkgroep met vertegenwoordigers van openbare kantoren en koepelorganisaties zoals SRA, Novak en Full Finance.

“Samen brengen we in beeld welke uitdagingen er liggen voor niet-oob-kantoren. We willen ons niet alles laten overkomen, maar juist aan de voorkant zitten van het proces”, zegt Roland Ogink, partner/directeur van de Jong & Laan en voorzitter van de werkgroep.

Eenduidig

Alle deelnemers zijn het er over eens dat verbetering van de kwaliteit en herstel van vertrouwen essentieel zijn voor de toekomst. “Dat gevoel wordt breed gedragen”, aldus Ogink. “We onderkennen het belang van de maatregelen, maar zoeken naar een efficiënte wijze van implementatie. Dat betekent werken aan eenduidige manieren om zaken meetbaar (SMART) te maken. We willen voorkomen dat we ieder afzonderlijk  het wiel uitvinden.”

De werkgroep heeft inmiddels onder andere gesproken over maatregelen rondom de beloningsstructuur en het uitfaseren van goodwillregelingen. “Daar komen we gevoeligheden tegen. Wat doe je als klein kantoor waar de beloningsstructuur tussen een handvol partners gelijk loopt, terwijl ze uit verschillende disciplines komen? En wat is het alternatief voor het afschaffen van goodwill? Dan moet je nadenken over andere modellen”, meent Ogink.

Actie

In december 2014 organiseerde de NBA een eerste overleg met circa dertig middelgrote kantoren, om de impact van het verbeterplan te bespreken. Daar is de huidige werkgroep uit voortgekomen. “Bij de eerste kennismaking is aan alle partijen gevraagd om steun voor het plan, maar ook om een inventarisatie van de gevolgen. Die reacties zijn samengevoegd.”

Na het uitwerken van de maatregelen wil de werkgroep bijeenkomsten organiseren om de implementatie toe te lichten en in gesprek te gaan met andere kantoren. Ogink benadrukt dat ook partijen die niet aan het overleg deelnemen, moeten kijken naar de impact van het plan: "Iedereen moet zelf in actie komen. Ook voor kleinere kantoren gaat het om meer maatregelen dan wellicht gedacht”.