Nieuws 10 november 2015

Middelgrote accountantskantoren willen geen oob-vergunning

Minister Dijsselbloem voorziet een toenemende vraag naar oob-accountants. Middelgrote kantoren wijzen de oob-vergunning echter massaal af. Slechts drie van de 21 kantoren uit de top dertig zonder oob-vergunning overwegen een aanvraag.

Dit blijkt uit een verkenning van Accountant.nl onder de top 30 van de accountantskantoren. Negen daarvan hebben reeds een oob-vergunning. Aan de andere 21 is gevraagd of zij een vergunning gaan aanvragen. Alleen Crowe Horwath Foederer en HLB van Daal hebben openlijk de ambitie om een oob-vergunnnig aan te vragen.

Van de negentien anderen houdt alleen DRV een slag om de arm. Momenteel is de vergunning niet rendabel omdat het kantoor niet opereert in het oob-segment, zegt woordvoerster Mariëlle Fresen-Meulensteen.

"Maar we volgen de ontwikkelingen op de voet. Mocht er een uitbreiding plaatsvinden in de segmenten waarin wij actief zijn, dan zullen we een oob-vergunning zeker overwegen, mits de toezichtkosten in relatie tot de verwachte baten tot een positieve uitkomst leiden."

Omdat hier op dit moment nog geen sprake van is, staat de aanvraag voor een oob-vergunning momenteel niet op de agenda van DRV. De kosten zijn volgens Fresen-Meulensteen te hoog en het kantoor opereert niet in het oob-segment.

Begin november stelde minister Dijsselbloem van Financiën dat hij verwacht dat de vraag naar oob-accountants zal toenemen. Dit omdat het aantal instellingen wordt uitgebreid dat als oob wordt aangemerkt.

Deze voorspelling maakt nog weinig enthousiasme los bij de top 30 die nog geen oob-vergunning heeft. "We zien er de meerwaarde nog niet van in", aldus Bob Seemann van Countus.

 "Op dit moment ontbreekt de wil om hiervoor in kennis, kunde en capaciteit te investeren om zodoende een professionele speler te worden op die markt", zegt ook Maurice Buijs van accountantskantoor Schipper. "Wij hebben andere prioriteiten gericht op de dienstverlening aan onze huidige klantenportefeuille en de mkb-markt in het algemeen."

De twee kantoren die wel een aanvraag overwegen, hebben eveneens hun reserves. Crowe Horwath Foederer wil al langer een oob-vergunning, maar heeft te weinig oob-klanten om de aanvraag rendabel te maken. "De oob-markt groeit door de veranderingen in de oob-definities en is daardoor voor ons zeker een impuls om opnieuw een afweging te maken", aldus bestuursvoorzitter Johan Daams.

"In deze overwegingen is het verkrijgen van voldoende oob-audits uiteraard een belangrijke factor. Een minimale kritische omvang hiervan is noodzakelijk voor het verkrijgen en behouden van ervaring, kennis en deskundigheid."

HLB van Daal had al eerder een oob-vergunning, maar leverde die eind vorig jaar in. In september gaf het kantoor aan op termijn opnieuw een vergunning te willen aanvragen. "Wij staan er nog hetzelfde in als in september", aldus de reactie van Erik van der Haar van HLB Van Daal.

"Wij willen eerst zelf de maatregelen implementeren die nodig zijn om de oob-vergunning te kunnen verkrijgen en behouden. Dit zonder de tijdsdruk die het 53-punten plan de oob-vergunninghouders oplegt. Pas dan zullen wij met onze partners opnieuw evalueren of het commercieel zinvol is om de oob-vergunning opnieuw aan te vragen. Wij verwachten deze evaluatie op zijn vroegst uit te voeren in de loop van 2017."

Drie kantoren die geen oob-vergunning aanvragen, stellen dat zij in de toekomst nog wel eens van mening kunnen veranderen: Flynth, KroeseWevers en RSM.

CROP is het enige kantoor uit de top 30 dat niet reageerde op onze vraag of een oob-vergunning wordt geambieerd.