Nieuws 28 januari 2015

Verbazing over geringe ambitie toezichthouders woningcorporaties

Terwijl commissarissen hun eigen functioneren voortdurend toetsen en aanpassen, lijken die van woningcorporaties weinig behoefte te hebben aan aanpassingen. De sector spiegelt zich volgens onderzoeker Aalt Klaassen aan de verkeerde omgeving.

"Wij waren als onderzoekers verbaasd over de tevredenheid van toezichthouders van woningcorporaties", zegt Aalt Klaassen, die samen met Herbert Rijken het Commissarissenonderzoek 2014-2015 uitvoerde voor hoofdsponsor Grant Thornton en cosponsor Jonathan Warner. De onderzoekers besteedden in dit onderzoek bijzondere aandacht aan de toezichthouders van woningcorporaties.

Het viel de onderzoekers op dat deze toezichthouders opvallend weinig animo tot verbetering hebben. Slechts bij een kwart van onderzochte deelgebieden hadden de commissarissen van woningcorporaties verbeterwensen. De gemiddelde commissaris in het onderzoek koestert in ruim veertig procent van de gevallen verbeterwensen.

Waarom toezichthouders van woningcorporaties zo weinig verbeterbereidheid hebben, weet Klaassen niet. "Misschien is dat een gevolg van een positief zelfbeeld of sectorblindheid."

Hij raadt de toezichthouders bij woningcorporaties aan om beter om zich heen te kijken. "Er valt nog genoeg te verbeteren aan hun functioneren, maar ik heb het idee dat toezichthouders van woningcorporaties zichzelf vooral spiegelen aan het onderwijs en de zorg. Daar valt nog veel te verbeteren. Overigens hebben woningcorporaties al goede ontwikkelingen doorgemaakt op het gebied van governance."

"Maar het is natuurlijk misleidend om jezelf vooral te gaan vergelijken met sectoren die in een vergelijkbare situatie verkeren. Dat is hetzelfde als jezelf vergelijken met mensen die middenin de sloot eindigen als ze erover heen springen. Als jij tot je knieën in het water eindigt, heb je het gevoel dat je het beter deed. Terwijl je in werkelijkheid nog steeds niet over die sloot bent gekomen."

De grootste beweging die de commissarissen het afgelopen jaar hebben doorgemaakt, is volgens Klaassen de aandacht voor het werkgeverschap. "Ze zetten de werkgeversrol op de eerste plaats, dat noem ik revolutionair. In het verleden profileerden zij zich vooral als toezichthouders."

"Door de crisis zijn ze echter steeds dichter op het bestuur gaan zitten. De raad van commissarissen is zich gaan realiseren dat het selecteren en benoemen van goede bestuurders key is. Het besef is gekomen dat een verkeerde benoeming tijd en geld kost."