Nieuws 26 januari 2015

KCR: kritische kanttekeningen bij Kifid-procedure rentederivaten

Het Kenniscentrum Rentederivaten (KCR) wil aanpassing van de tijdelijke geschillenprocedure voor rentederivaten.

Vandaag is bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) een tijdelijk loket geopend waar mkb-bedrijven geschillen met hun bank over rentederivaten kunnen voorleggen.

Volgens het KRC, een samenwerkingsverband van advocaten en financieel experts, biedt de Kifid-procedure echter "onvoldoende basis om als volwaardig alternatief naast de gang naar de burgerlijke rechter te functioneren". Een zeer grote groep gedupeerden wordt volgens het KCR op voorhand buitengesloten van de procedure.

Zo kunnen natuurlijke personen die renteswaps niet in de uitoefening van hun beroep of bedrijf hebben afgesloten niet bij het loket terecht. Daarnaast mogen bedrijven de grens van 10 miljoen euro geconsolideerde omzet of balanstotaal niet overschrijden om in aanmerking te komen voor de procedure. Die grens vindt het KCR te laag.

Het kenniscentrum wil ook dat klachten over opslagverhogingen op Euribor-leningen gekoppeld aan een renteswap aan het Kifid moeten kunnen worden voorgelegd. "De combinatie van een Euribor-lening met een renteswap is destijds door banken aan de klant geadviseerd en verkocht als volwaardig alternatief voor een lening met vaste rente. Aan de klant is daarbij niet verteld dat hij met deze combinatie geen lening met vaste financieringsrente aanging, maar een lening met een vaste swaprente waar ook nog eens de opslagen van gewijzigd (lees substantieel verhoogd) konden worden."

Ook vindt het KCR de indieningstermijn van klachten te kort. Klachten moeten voor 31 december 2016 zijn ingediend, maar banken zijn "nu nog volop bezig" met de herbeoordelingen van de rentederivaten-dossiers, en bedrijven kunnen pas een klacht bij het Kifid indienen als de klachtenprocedure bij de bank is doorlopen.

Volgens het KCR komt de Kifid-procedure in de huidige opzet nauwelijks tegemoet aan het doel waarvoor het loket is opgericht. Het kenniscentrum dringt er daarom bij de betrokken partijen op aan het reglement op een aantal onderdelen te herzien.