Nieuws 20 mei 2014

Justitie onderzoekt trustkantoren

Justitie, FIOD en politie hebben drie trustkantoren op de korrel, die van malversaties worden verdacht. Daarnaast zijn ook handelaren, belastingadviseurs en een accountant onderzocht.

Twee trustkantoren, in Amsterdam en Amstelveen, zouden tientallen keren verplicht cliëntenonderzoek achterwege hebben gelaten. Het derde - Eindhovense - kantoor is doorzocht omdat het niet vrijwillig gevraagde informatie aan de Belastingdienst heeft gegeven.

Justitie ging dinsdag over tot doorzoekingen en inbeslagname van administratie. Twee directeuren van het Amstelveense kantoor zijn als verdachte gehoord.

Trustkantoren verlenen bedrijfsmatig trustdiensten, zoals het beheren van vennootschappen. De onderzoeken naar de kantoren in Amsterdam en Amstelveen zijn onderdeel van het project Niet-Melders, een gezamenlijk project van een trits opsporingsdiensten en toezichthouders, het Openbaar Ministerie (OM) en De Nederlandsche Bank (DNB).

Zij willen allemaal dat instellingen hun cliëntenonderzoek beter uitvoeren en vaker ongebruikelijke transacties melden. Het niet naleven van de regels werkt ondermijnend en concurrentievervalsend en kan witwassen faciliteren, aldus het OM. In Nederland zijn circa 289 trustkantoren met een vergunning.

Het onderzoek naar het kantoor in de omgeving van Eindhoven komt voort uit weer een ander project, dat het OM met de Belastingdienst heeft opgezet (het Trust and Company Service Providers-project). In het kader daarvan voert de Belastingdienst boekenonderzoeken uit, onder mee ter controle van de juistheid van aangiften.

Ook handelaren, accountants en belastingadviseurs onderzocht

In het kader van het project Niet-Melders is ook een Rotterdamse handelaar in sieraden en horloges gehoord. Ook hij zou cliëntenonderzoek achterwege hebben gelaten en contante betalingen boven de 15.000 euro niet hebben gemeld. Daarnaast wordt nog onderzoek gedaan naar een autohandelaar.

Ook hebben FIOD en politie twee belastingadviseurs gehoord. Het gaat om een belastingadviseur/administratiekantoor uit Rotterdam en een belastingadviseur/accountantskantoor uit de omgeving van Nijmegen. De adviseur uit Rotterdam heeft geadviseerd bij het opstellen van een contante geldleningsovereenkomst waarbij de herkomst van de gelden onduidelijk was. De adviseur uit Nijmegen zou ook fiscaal advies hebben verstrekt over vermogensbestanddelen met een onbekende herkomst.

Een accountant uit de omgeving van Alphen aan den Rijn en een medewerker van een accountantskantoor uit Amsterdam zijn gehoord omdat zij (een) ongebruikelijke transactie(s) vermoedelijk niet gemeld hebben. Zij zouden in een 'sideletter' de winstdeling van een bedrijf hebben toegekend aan slechts een van de vennoten, opdat de andere vennoot zijn uitkering kon behouden. 

(Bron: ANP / OM)