Nieuws 28 maart 2014

Hoge Raad: vorderingen op Deloitte in Aholdzaak niet verjaard

Na dertien jaar kunnen tienduizenden beleggers hun schade gaan verhalen op accountant Deloitte voor de rol die de accountant speelde in de boekhoudfraude bij Ahold.

Dat meldt de Vereniging van effectenbezitter VEB naar aanleiding van een vrijdag gepubliceerd arrest van de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt positief op de vraag of de VEB de vorderingen van individuele beleggers kan ‘stuiten'. Daarmee volgt de Hoge Raad het eerdere advies van de advocaat-generaal.

Die uitspraak betekent dat de vorderingen niet zijn verjaard. De gedupeerde Ahold-beleggers kunnen nu verder met de procedure om Deloitte aansprakelijk te stellen en hun schade op de accountantsorganisatie te verhalen. Partijen zullen bij de rechtbank Amsterdam doorprocederen over de zaak, die tien jaar geleden naar buiten kwam.

De VEB heeft Deloitte, bijna 150 maten van Deloitte en meer dan 300 aan Deloitte gelieerde partijen gedaagd in een procedure om de miljarden euro's schade die zijn geleden door de boekhoudfraude bij Ahold, vergoed te krijgen.

Naar verwachting zal de procedure bij de Rechtbank Amsterdam op korte termijn worden voortgezet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde in 2008 in hoger beroep dat de Deloitte-accountant bij de controle van Ahold ernstig is tekortgeschoten en legde de betreffende accountant een schriftelijke berisping op. Het zwaarst weegt dat de accountant volgens het CBb eerder had moeten reageren op signalen van fraudegevoeligheid bij US Foodservice.

"Het oordeel van de tuchtrechter is een van de bouwstenen die moet leiden tot de vaststelling van de aansprakelijkheid van de accountant. Beleggers staan dus met 1-0 voor", stelt de VEB nu.

De VEB schikte eerder met Ahold en haar bestuurders en commissarissen voor 1,1 miljard dollar. Accountant Deloitte, verantwoordelijk voor de goedkeuring van misleidende Ahold-publicaties, was niet betrokken bij die schikking.