Nieuws

'Gebruik kennis corruptierisico's ook bij controle'

Bij betaling van steekpenningen door een controleklant is de controlerend accountant sneller juridisch aan te spreken dan velen beseffen. Documenteer de controle en de gemaakte afwegingen op dit punt daarom zorgvuldig.

"Als een rechercheur de controle invliegen op zoek naar corruptie", hoeft niet, maar de risico's meenemen in je controleaanpak en alle keuzen daarin goed vastleggen is essentieel. Die boodschap verkondigde hoogleraar Marcel Pheijffer (Nyenrode) tijdens de op 5 maart op initiatief van de Ledengroep Openbaar Accountants van de NBA georganiseerde debatbijeenkomst 'Dominee en Koopman' over accountants en steekpenningen.

Directe aanleiding voor de bijeenkomst was de recente zaak rond KPMG en Ballast Nedam, waarbij KPMG in december door een schikking van 7 miljoen euro strafrechtelijke vervolging wist te voorkomen. Maar ook andere zaken rond corruptie en smeergeld zagen de afgelopen tijd het licht, met namen als SBM offshore, Imtech en Shell.

De NBA achtte het van belang om openbaar accountants door dit debat te wijzen op de geldende regelgeving en signaalfunctie van de accountant. Dat het aantal aanmeldingen het beschikbare aantal van ruim zestig plaatsen overtrof, illustreert de actualiteit en de bewustwording rond dit onderwerp: nog maar kort geleden trok een soortgelijke bijeenkomst slechts tien belangstellenden.

In zijn presentatie maakte Pheijffer allereerst duidelijk dat accountants uitstekend in staat zijn om frauderisico's inzake corruptie te benoemen. Ze adviseren hun klanten erover en doen ook bijzondere (forensische) onderzoeken. "Men heeft de kennis en de kunde", concludeert hij. Pheijffer citeerde onder meer uitgebreid uit het recente Global Economic Crime Survey 2014 van PwC, waarin bijvoorbeeld duidelijk staat aangegeven in welke geografische regio's (landen) en welke sectoren de corruptierisico's het grootst zijn.

De realiteit leert echter dat het toepassen van deze kennis bij het inrichten van de controle "lastiger ligt". Daarbij benadrukte Pheijffer dat dit type problemen rond corruptie zeker niet is voorbehouden aan beursgenoteerde ondernemingen en hun accountants (ongeveer eenderde van de bezoekers was afkomstig van (middel)grote kantoren) maar zich nog vaker voordoet bij internationaal opererende mkb-ondernemingen en hun accountants.

Toch liggen er vanuit NV COS (240 en 250), VGBA en de meldplichten krachtens WTA/BTA en WWFT voor accountants glasheldere verantwoordelijkheden. De risico's van niet ingrijpen bij duidelijke fraude- of corruptierisico's zijn voor de accountant bovendien groot, zowel strafrechtelijk, tuchtrechtelijk, reputationeel als voor - in extreme gevallen en sommige landen - het behoud van de vergunning.

Op strafrechtelijk gebied komen delicten als witwassen, het openbaar maken van een onware jaarrekening  en soms zelfs deelname aan een criminele organisatie, sneller binnen beeld dan de meeste accountants zich realiseren.

Los van die formele kant en de juridische risico's, deed Pheijffer een prikkelend beroep op de professionaliteit van accountants. "Je maakt je volstrekt belachelijk als je in forensisch onderzoek en rapporten wel frauderisico's benoemt, maar daar in je controle niks mee doet."

Veel aandacht ging tijdens de bijeenkomst uit naar de toelaatbaarheid van zogenoemde ‘facilitating payments', betalingen die dienen om zaken die toch moeten worden gedaan soepeler of sneller te laten verlopen. Zulke betalingen kunnen soms wel door de beugel, maar alleen onder nauw omschreven voorwaarden. "En die moet je als controlerend accountant dus in je dossier vastleggen." Een van die voorwaarden, en daar struikelen accountants volgens Pheijffer nog wel eens over, is dat de aard en omvang van die betalingen duidelijk in de verslaggeving moeten worden opgenomen. Een andere is dat, net als bij het betalen van ‘agenten', het betaalde bedrag in overeenstemming moet zijn met de geleverde diensten.

Zeker omdat de grenzen soms onduidelijk zijn, is documentatie in het controledossier essentieel. Pheijffer: "Laat als accountant zien aan OM en FIOD dat je dit soort risico's hebt meegenomen in je controleaanpak, wat je keuzen zijn geweest, dat je er naar hebt gekeken."

Een terugkerend discussiepunt tijdens de bijeenkomst was het begrip materialiteit. Sommigen veronderstellen dat corruptie en steekpenningbetalingen bij relatief geringe ‘niet-materiële' bedragen wel zouden ‘kunnen'. Pheijffer bestreed die visie en noemde - "ik behoor tot de hardliners in deze discussie" - fraude "per definitie materieel".

Corruptiebestrijding staat internationaal steeds hoger op de agenda. Vanuit organisaties als de OESO worden de teugels steeds steviger aangetrokken, onder meer vanuit de overtuiging dat corruptie "desastreus is voor de internationale concurrentie".

Tot slot van de bijeenkomst kondigde NBA-directeur Berry Wammes aan dat de beroepsorganisatie zeker meer aandacht aan dit onderwerp gaat besteden. Dit zowel vanwege de actualiteit als vanwege het feit dat corruptiebestrijding  internationaal steeds meer prioriteit krijgt en nu ook bij toezichthouders prominent op de agenda staat. "De AFM heeft ons onlangs laten weten dat ze themaonderzoek gaan doen naar corruptie. Hoe en in welke vorm de NBA het precies zal gaan doen, dat moeten we nog nader bekijken, maar dat ook wij meer aandacht aan dit onderwerp zullen gaan geven, is zeker."

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.