Nieuws

Negatieve publiciteit even doelmatig als nieuwe wetgeving bij financieel schandaal

Boekhoudschandalen worden vaak gevolgd door negatieve media-aandacht. De reactie van regelgevers is dan vaak om als waarschuwing voor anderen de daders ter verantwoording te roepen door de wetten aan te passen. Het is echter verspilde moeite om direct na een schandaal te doen.

Dit blijkt uit het proefschrift 'The Financial Reporting Environment: The Role of the Media, Regulators and Auditors' van promovenda Miriam Koning. Zij komt tot de conclusie dat slechte publiciteit op zich al genoeg is om te zorgen voor een gedragsverandering in de financiële wereld. Koning promoveert donderdag 20 november 2014 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. 

In haar proefschrift werpt Koning de vraag op hoe urgent het is om na negatieve media-aandacht nieuwe wetgeving in te voeren. Uit haar onderzoek blijkt dat uitgesproken negatieve media-aandacht - aandacht die een sterke invloed heeft op de publieke opinie - veel verder reikt en veel doelmatiger is dan aanvankelijk gedacht.

Toen in 2001 bekend werd dat energiebedrijf Enron had gesjoemeld met de financiële cijfers en beleggers en externe gebruikers had misleid, werd dit breed uitgemeten in de media. De toezichthouders waren geschokt door het boekhoudschandaal en riepen op tot directe restrictieve maatregelen om de directies van bedrijven te dwingen tot transparantie over de resultaten. Het komt echter nog altijd voor dat bedrijven een verkeerde voorstelling van hun financiële resultaten geven. De wetswijziging was daarom vooral een kostbare aangelegenheid, die lang niet altijd een ingrijpend effect op de financiële wereld had.

In Nederland kreeg het boekhoudschandaal rond Ahold eveneens heel veel negatieve aandacht in de Nederlandse media. Met Enron in het achterhoofd zou een wetswijziging de verwachte geconditioneerde reflex van de Nederlandse toezichthouders zijn. Dat was echter niet wat er gebeurde. Tot ieders verrassing bleek de ongunstige media-aandacht op zich voldoende om potentieel schadelijke en manipulatieve verslagleggingspraktijken te veranderen.

Beïnvloeding van het gedrag

Het onderzoek van Koning werpt een ander licht op de directe reflex van veel regelgevers om restrictieve maatregelen in de wetgeving op te nemen. Zij pleit er voor dat regelgevers eerst kijken naar hoe de bedrijfstak reageert op de media-aandacht voordat ze nieuwe wetgeving gaan invoeren. Tegelijk bevestigt het onderzoek van Koning dat mediaverslaglegging zeer effectief kan zijn om te zorgen dat bedrijven zich ethisch en correct blijven gedragen.

Daarnaast besteedt Koning aandacht aan een opmerkelijke wijziging in de regelgeving rond financiële verslaglegging die de afgelopen tien jaar heeft plaatsgevonden: de wereldwijde invoering van de International Financial Reporting Standards (IFRS). Vaak wordt gewezen op de concurrentievoordelen van de IFRS. Deze worden gezien als de reden waarom het systeem in slechts tien jaar al in 120 landen wereldwijd is ingevoerd. Maar is de doelmatigheid van de IFRS wel echt de reden voor de snelle mondiale verspreiding? Koning kijkt in haar onderzoek ook naar alternatieve redenen die een rol kunnen hebben gespeeld bij de wijdverspreide invoering van de IFRS. Zij concludeert dat veranderende ideeën en de hang naar legitimiteit ook een rol spelen.

(Bron: Erasmus Universiteit Rotterdam)

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.