Nieuws 27 januari 2014

Nepaccountant mag bedrijf ‘Account-Service’ noemen

Een uitbater van een financieel administratie- en fiscaal-advieskantoor in Rotterdam heeft een voorwaardelijke boete van 500 euro gekregen met een proeftijd van twee jaar. Op zijn briefpapier vermeldde hij onder meer dat zijn kantoor diensten verleende op het gebied van ‘accountancy'.

De rechtbank had de nepaccountant in eerste instantie een voorwaardelijke boete van 1800 euro opgelegd, omdat ook het 'Account-Service' in de bedrijfsnaam taboe zou zijn. 

In hoger beroep oordeelt het Gerechtshof Den Haag echter dat die bewoordingen te ver af staan van de term accountant om te kunnen concluderen dat daardoor bij het publiek de indruk wordt gewekt dat hij de benaming 'accountant' mocht voeren. Het Hof spreekt de nepaccountant daarom vrij voor wat de 'Account-Service' betreft. 

In tegenstelling tot 'Account-Service' stemt de aanduiding 'accountancy' op het briefpapier volgens het Hof zo veel overeen met de benaming 'accountant' en roept het daarmee zo veel associaties op dat je moet aannemen dat daardoor bij het publiek redelijkerwijs de indruk wordt gewekt dat "men tot het voeren van die benaming gerechtigd is". 

Dat de Engelstalige term accountancy een brede strekking heeft en ook werkzaamheden omvat die mogen worden verricht door niet-geregistreerde accountants, maakt daarbij niet uit. De Hoge Raad heeft overigens al in 2000 geoordeeld dat voor de bewijslevering niet hoeft vast te staan dat die indruk daadwerkelijk is gewekt bij één of meerder personen uit het publiek. 

Het Hof verlaagt de voorwaardelijke geldboete van 1800 naar 500 euro. De nepaccountant bleek op de rechtszitting namelijk in te zien dat het niet geoorloofd is de term 'accountancy' te gebruiken. Bovendien zegde hij toe het bewuste briefpapier niet meer te zullen gebruiken.