Nieuws

KPMG-accountant berispt in Vestia-zaak

De Accountantskamer heeft een KPMG-accountant berispt wegens het zonder deugdelijke grondslag goedkeuren van de jaarrekening 2010 van Vestia. De klachten tegen de Deloitte-accountant die de jaarrekeningen 2006-2009 goedkeurde, zijn niet-ontvankelijk dan wel ongegrond.

De inmiddels uitgeschreven KPMG-accountant heeft volgens de Accountantskamer de controle van de jaarrekening 2010 met onvoldoende diepgang en onvoldoende professioneel-kritische instelling gepland en uitgevoerd.

De Accountantskamer heeft alle verwijten uit de klacht van de Autoriteit Financiële Markten tegen de voormalig KPMG-accountant gegrond verklaard. De accountant heeft volgens de Accountantskamer nagelaten:

  • de juistheid en volledigheid van de derivaten van Vestia vast te stellen,
  • de juistheid van de waarderingsmethode van de derivaten vast te stellen,
  • de juistheid en volledigheid van de toelichting in de jaarrekening vast te stellen, en
  • in de controle gebruik te maken van specifieke deskundigheid op het gebied van derivaten.

Instelling niet kritisch genoeg

De accountant beschikte niet over voldoende en geschikte controle-informatie en heeft daardoor de controle van de jaarrekening 2010 met onvoldoende diepgang en zonder voldoende professioneel-kritische instelling gepland en uitgevoerd. Hij heeft vervolgens een goedkeurende accountantsverklaring in het maatschappelijk verkeer gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag kan worden vastgesteld. Ook heeft de accountant zijn controlewerkzaamheden onvoldoende vastgelegd.

De klacht van Vestia over de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2010 is daarom gegrond.

Derivaten

De Accountantskamer onthoudt zich van een oordeel over de klacht van Vestia en de stichting Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) dat de accountant de derivaten onjuist en in strijd met de regels heeft verwerkt in de jaarrekening. "Voor zo'n beoordeling zou eerst alsnog een juiste en afdoende controle moeten plaatsvinden, waarvoor in deze tuchtprocedure geen plaats is", zegt de Accountantskamer in een persbericht.

De accountant had niet behoeven waarschuwen voor de staat van Vestia's administratieve organisatie en/of voor de derivaten met de daaraan verbonden risico's. De klacht is op dit punt ongegrond verklaard.

2006-2009

Vestia is voor wat de boekjaren 2006, 2007 en 2008 betreft steeds op de hoogte geweest van de staat van haar administratieve organisatie en interne beheersing inzake de afgesloten rentederivaten, de daaraan verbonden risico's en de grond voor verslaglegging van die derivaten. Vestia heeft de klacht tegen de controlerend accountant van Deloitte op dit punt te laat ingediend, oordeelt de Accountantskamer.

Wat betreft de goedkeurende verklaring bij de jaarrekening over 2009 vindt de Accountantskamer het aannemelijk dat de Deloitte-accountant de controle met voldoende diepgang heeft uitgevoerd. Hij heeft "actief, bewust op kritische wijze" getoetst of de waarderings- en verslaggevingsgrondslag van kostprijs hedge accounting, die Vestia voor haar derivatenportefeuille gebruikte, passend was.

Hoewel het enerzijds verdedigbaar is dat de meer complexe rentederivaten niet voldoen aan de voorwaarden voor kostprijshedge accounting, vindt de Accountantskamer de keuze van de accountant voor toepassing van kostprijshedge accounting ook verdedigbaar en aanvaardbaar. Daarvoor zijn verschillende redenen:

  • een deskundige, die door de accountant was ingeschakelde, stemde hiermee in;
  • het inzicht in de prestaties van Vestia zou niet groter worden door de derivaten te waarderen tegen een reële waarde in plaats van tegen kostprijs;
  • er was toentertijd geen reden om aan de continuïteit van de onderneming van Vestia te twijfelen;
  • de regelgeving over kostprijshedge accounting is niet eenvoudig en niet eenduidig geformuleerd en laat daardoor ruimte voor meer dan één oplossing;
  • er bestond geen nadere, beperkende wetgeving;
  • er waren geen rechterlijke uitspraken die noopten tot een veel engere interpretatie van de voorwaarden voor kostprijshedge accounting.

De accountant hoefde niet te twijfelen aan het oordeel van Vestia dat het gebruik van de meer complexe derivaten paste binnen het toen geldend financieel statuut van Vestia. Zijn oordeel dat de verslaglegging op basis van kostprijs door Vestia verdedigbaar en dus aanvaardbaar was, is daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

Buiten de balans

De rentederivaten, die buiten de balans en de winst- en verliesrekening werden gelaten, behoefden  een behoorlijke toelichting in de jaarrekening en het jaarverslag. De Accountantskamer vindt die toelichting voldoende.

De accountant was niet verplicht om cijfermatig te onderbouwen hoe een lagere marktrente de marktwaarde van de derivaten zou kunnen beïnvloeden. En het is niet aannemelijk dat die had geleid tot een beter inzicht in het liquiditeitsrisico.

Daarbij neemt de Accountantskamer in aanmerking dat de toezichthouders al inzicht hadden in de rentegevoeligheid van de derivaten. En de financiële instellingen waarmee Vestia de derivatenovereenkomsten aanging, hadden dat ook.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.