Nieuws

Rondetafel onafhankelijkheid: 'Regels helpen ook accountant zelf'

Op principes gestoelde regelgeving over onafhankelijkheid is te verkiezen boven een rule based-benadering. Maar aanvullende regels zijn soms onvermijdelijk. "Vangrails in de vorm van specifieke regels bevorderen niet alleen de duidelijkheid voor het maatschappelijk verkeer, maar kunnen ook de accountant zelf helpen."

Dat was - met verschil in persoonlijke nadruk - vandaag ruwweg de communis opinio tijdens de eerste van drie rondetafelbijeenkomsten die de NBA organiseert in de aanloop naar de nieuwe onafhankelijkheidsregels voor accountants in de VGBA.

Deelnemers aan de discussie waren Marianne van der Zijde (AFM), Nick van der Ende (DNB), Rients Abma (Eumedion), Paul Dinkgreve (SRA), Jaap Hetebrij (Ernst & Young), Anton Dieleman (Mazars), Peter Eimers (PwC) en Monique Lumeij (Nauta Dutilh). Discussieleider was NBA-directeur Berry Wammes.

Anton Dieleman, hoofd Vaktechniek bij Mazars en als voorzitter van de subcommissie ethiek van de NBA nauw betrokken bij de nieuwe regelgeving, zette kort uiteen dat deze nadrukkelijk principles based is. "Soms maken bepaalde onduidelijkheden of risico's meer detaillering nodig, maar het principe blijft overriding."

Hij vergeleek de situatie met die bij de wegenverkeerswet. "Het principe is dat het verboden is om gevaar of hinder te veroorzaken. Er is een specifieke regel over een maximumsnelheid van honderd kilometer. Maar bij drukte of gevaar moet je misschien maar tachtig rijden. Net zo is er bij accountants vanuit het principe onafhankelijkheid een regel over het bij oob-controleklanten intern roteren van partners na zeven jaar. Soms kan het echter nodig zijn dat eerder te doen. En ook bij een niet-oob kan rotatie toch geboden zijn. Het principe is altijd leidend."

Rients Abma, directeur van Eumedion, belangenorganisatie van zeventig institutionele beleggers, vertelde over de best practices die Eumedion in 2011 heeft geformuleerd over betrokken aandeelhouderschap. Die principles based-aanwijzingen besloegen "in totaal twee A-4tjes". Gevraagd naar de omvang van de huidige onafhankelijkheidsregels antwoordde Anton Dieleman: "Ongeveer vijftig pagina's. Maar dat zijn wel regels, uitleg en toelichting door elkaar."

Van der Ende benadrukte dat ook De Nederlandsche Bank voorstander is van principles based maar dat goede principes "alleen werken als ze goed worden verstaan". Hij vertelde in dat verband dat bijvoorbeeld veel Oost-Europese collega's meteen vrezen voor misbruik: "Principes? Je lijkt wel gek!"

Marianne van der Zijde van de Autoriteit Financiële Markten, voorstander van principles based-regelgeving maar met oog voor de beperkingen, refereerde aan een onderzoek dat de toezichthouder in 2011 deed onder oob-vergunninghouders. "Wij concludeerden daaruit dat het goed was om ten aanzien van onafhankelijkheid toch meer expliciete geboden en verboden te formuleren. In de regels werd een groot beroep gedaan op de persoonlijke afwegingen van de accountant, maar wij zagen in het onderzoek dat het resultaat van die afweging altijd was: het kan. De blik moet meer naar de gebruiker en het maatschappelijk verkeer, daarom was het nodig om meer richting te geven door vaste regels."

Jaap Hetebrij, partner bij Ernst & Young en NBA-bestuurslid: "Als het voor de buitenwereld niet duidelijk is wat er gebeurt, dan moet je de regels veranderen en verduidelijken."
Paul Dinkgreve (SRA): "De accountant is gehouden aan de vijf basisprincipes van de VGC, dat zit in je genen. Ik ben een groot voorstander van principles based. Dat soms guidance nodig is, kan ik me voorstellen, maar vijftig pagina's... dan zakt moed me in de schoenen."
Van der Ende (DNB): "Als het maatschappelijk verkeer ziet dat je de principes goed toepast en als accountant je rug recht houdt, ook proactief, dan krijg je vanzelf vertrouwen."
Dinkgreve: "Wat Van den Ende zegt zou heel makkelijk moeten zijn. Maar blijkbaar zijn we onvoldoende in staat geweest om die eigen kracht te laten zien. Dat moeten we wel doen en vanuit het beroep optreden tegen accountants die daar niet aan voldoen."

Herman Ploem, coördinator financial audit bij Agentschap NL van het ministerie van Financiën, wees er vervolgens vanuit de zaal op dat dit weliswaar mooi klinkt, maar "dat je met alleen principes wel een heel groot beroep doet op de karakterologische en psychologische capaciteiten van een accountant".

"En die druk geldt zowel in het mkb als bij partners van grote kantoren die werken bij internationale bedrijven", voegde Van der Ende daar aan toe. "Er spelen allerlei belangen, ook daar. Die ene persoon heeft hulp nodig om te weten wanneer en hoe hij zijn rug recht moet houden."

Van der Zijden sloot zich daarbij aan: "Iedere accountant staat onder druk, door persoonlijke belangen, vanuit zijn partnership, van alles. Niet alleen in het mkb maar overal, ook bij de grote kantoren. Het is niet makkelijk om accountant te zijn. Er is echt een stap nodig en daar horen ook bepaalde piketpalen bij. Daarom is een discussie als deze zo belangrijk."

Na de koffie bogen de aanwezigen zich over de vraag wat er sinds 1 januari 2013 volgens de gewijzigde Wta bij de jaarrekeningcontrole bij organisaties van openbaar belang (oob) nog wel en niet aan extra diensten mag worden uitgevoerd. Peter Eimers zette de vaktechnische aspecten uiteen. "We hebben puur om  praktische redenen als NBA de grens wat ruimer uitgelegd, niet om deze op te rekken maar om zaak weer binnen de proporties terug te brengen die de wetgever volgens ons heeft bedoeld."

Als een van de concrete voorbeelden kwam vervolgens ter sprake of de controlerend accountant ook de comfort letter bij een door het bedrijf te publiceren emissieprospectus zou mogen verschaffen.
Monique Lumeij, als advocaat bij Nauta Dutilh vaak betrokken bij dit soort financiële transacties, pleitte vurig voor het wel inschakelen van de huisaccountant voor dit doel, zoals tot dusver bijna altijd gebeurde. "Voordeel is dat hij heel goed op de hoogte is van bedrijfsvoering, de interne controle et cetera. Dat komt de kwaliteit van de prospectus ten goede. De snelheid is een tweede voordeel. Dat is belangrijk want kapitaalmarkttransacties staan vaak onder grote tijdsdruk. En dan is er ook nog het minder belangrijke maar wel degelijk aanwezige kostenvoordeel."

Op de vraag van Dinkgreve of het issue onafhankelijkheid hierbij helemaal geen rol speelt, reageerde Lumeij resoluut: "Nee. En vaak zie je al dat het accountantskantoor zelf Chinese Walls hanteert en er binnen het kantoor een andere accountant voor inschakelt dan de controlerende."

Vanuit de zaal klonk de vraag hoe in die situatie de bij de prospectus betrokken accountant ondanks de Chinese Walls toch goed bekend kan zijn met de gang van zaken bij die cliënt - het door Lumeij genoemde voordeel van de huisaccountant. Daarop antwoordden zowel Hetebrij als Eijmers dat op die elders in het kantoor aanwezige kennis dan natuurlijk wel een beroep wordt gedaan. "Die wordt er bij gehaald."

Tot slot vroeg discussieleider Berry Wammes wie in de zaal vond dat met het opnemen van 4400-opdracht (specifieke werkzaamheden) bij de toegestane diensten naast de controle, een grens wordt overschreden. Marianne van der Zijde van de AFM - die met de NBA in discussie is over deze zaak - wees daarop op de wel erg brede formulering van 4400, met weinig precieze termen als ‘veelal' en 'bepaalde'. "Die kanttekening maken wij in elk geval. Maar verder laat ik mij niet verleiden tot een uitspraak. Ik zit hier vooral om argumenten te horen, daarom vind ik deze discussie zo goed. Wij zitten hier niet om de praktijk te frustreren, maar er moet wel een duidelijk kader zijn."

Hetebrij: "Het gebruik 4400 zal sowieso zeker anders worden dan in het verleden. Opdrachten gegeven door het bestuur van de onderneming zullen niet meer voorkomen. Maar als bijvoorbeeld DNB iets nader naar een onderwerp wil laten kijken kan ze ook altijd kiezen voor een andere accountant, die keuze blijft er altijd. Het gaat er om of dat soort opdrachten in je gereedschapskist als controlerend accountant achterblijft."

Anton Dieleman: "Wat heeft de politiek nu eigenlijk bedoeld, daar gaat het om. En die politiek heeft daarbij nu eenmaal niet gewerkt vanuit ons begrippenkader. Belangrijk is altijd de afweging te maken tussen onafhankelijkheid en kwaliteit, daartussen is een redelijk evenwicht nodig. Maar het principe dat de wetgeving heeft bedoeld moet blijft overeind blijven staan."

Na deze aftrap vinden er ook op maandag 3 juni en woensdag 5 juni nog debatbijeenkomsten plaats over dit onderwerp. Alle bijeenkomst worden gehouden bij de NBA in Amsterdam.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.