Nieuws 07 mei 2013

Partnerlening alleen fiscaal gunstig bij groot kantoor

Bij accountantskantoren met twintig of minder aandeelhouders kunnen de partners de onderneming in de regel beter financieren met aandelen in plaats van een lening. Fiscaal gezien is lenen in principe alleen aantrekkelijk bij grote samenwerkingsverbanden, zoals de big four kantoren. Dat zegt Peter Kavelaars in reactie op een recent arrest van de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft zich in april uitgesproken over de achtergestelde lening die een belastingadviseur als partner van een groot kantoor via zijn praktijk-bv heeft verstrekt aan het kantoor. De partner heeft ruim 2 ton geleend aan het kantoor en dat bedrag zelf geleend van de bank. Daarvoor betaalt hij de bank een lagere rente dan die hij van het kantoor ontvangt. De vraag is of de fiscus de ontvangen rente moet belasten in box 1 of in box 3.

Om in aanmerking te komen voor het lage tarief in box 3 zou de lening buiten de terbeschikkingstellingsregeling moeten vallen. Die regeling is van toepassing als er (in dit geval) geld ter beschikking wordt gesteld aan een samenwerkingsverband waarin de partner een aanmerkelijk belang heeft. Heeft de geldverstrekker dus 5 procent of meer van de aandelen in de onderneming, dan is de regeling van toepassing en wordt het rendement op de lening tegen het hogere tarief belast in box 1.

In dit geval is de belastingadviseur slechts één van de ongeveer 250 partners en heeft hij slechts één van de ongeveer 250 aandelen in de holding. Daardoor is de terbeschikkingstellingsregeling niet van toepassing en hebben partners van grotere kantoren op dit punt een fiscaal voordeel.

Volgens de Hoge Raad is er geen sprake van belastingontduiking. "Gelet op de verschillende mogelijkheden van juridische vormgeving en het door de wetgever aanvaardde verschil in behandeling daarvan kan belanghebbende geen wetsontduiking worden tegen geworpen."

Peter Kavelaars, directeur van het wetenschappelijk bureau van Deloitte en hoogleraar fiscaal recht: "Deze vorm van kapitaalverschaffing is gangbaar bij big four kantoren en bij grote advocaten/notariskantoren en heeft geen fiscale achtergrond."

"Als je twintig partners of minder hebt kun je niet extra aandelen gaan uitgeven om toch onder de regeling te vallen. Kantoren met twintig partners of minder kunnen de vennoten uit fiscaal oogpunt in beginsel beter aandelen laten kopen dan een lening laten verstrekken. Het dividend op die aandelen valt onder de deelnemingsvrijstelling zolang dat in de praktijk bv van de partner blijft. Zodra een partner dat geld overhevelt naar privé wordt het belast."