Nieuws 25 november 2013

Eén toetsingstarief voor alle kantoren 'niet onredelijk'

Dat de NBA één tarief hanteert voor de toetsing van alle kantoren is niet discriminatoir. Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven is het tarief niet onredelijk, omdat het aantal dagdelen dat in rekening wordt gebracht afhankelijk is van de situatie in de praktijk die wordt getoetst.

Een tarief van 695 euro per toetser per dagdeel kan in de ogen van het college ook door de beugel. Bovendien mag de beroepsorganisatie er volgens het college bij de facturering van uitgaan dat een dagdeel drie uur beslaat.

De procedure was aangespannen door een accountant-administratieconsulent die twee toetsers over de vloer kreeg. Zij kwamen 's ochtends en gingen volgens de AA 's middags om 15.00 weer weg. De AA kreeg een nota van 3.308,20 euro voor in totaal vier dagdelen (twee dagdelen per toetser).

De AA vindt één ochtend toetsen wel voldoende voor een kleine praktijk als die van hem. Hij tekent vergeefs bezwaar aan bij het bestuur van de NOvAA/NBA. Vervolgens gaat hij in beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Daar voert hij het volgende aan:

• de toetsers zijn tot halverwege de middag bezig geweest, terwijl een ochtend volstaat;
• de toetsers zijn vertrokken om 15.00 en hebben dus feitelijk maximaal twee keer vijfenhalf uur besteed aan de toetsing, zodat er niet 16 maar 11 uren gedeclareerd moeten worden;
• de NOvAA/NBA zou redelijke uurtarieven moeten hanteren en de overhead van het toetsingsbureau moeten financieren uit het vermogensoverschot van de NBA ad 8 miljoen;
• grotere kantoren krijgen dezelfde uurtarieven en hetzelfde aantal dagdelen in rekening gebracht als kleinere kantoren, waardoor de tarieven een discriminatoir karakter hebben ten opzichte van kleine kantoren.

Het college zegt dat de ledenvergadering van de NOvAA de tarieven op 15 juni 2009 heeft goedgekeurd en ziet geen reden om aan dat besluit te tornen. Het college vindt de manier waarop het tarief voor de toetsing is berekend - 75% van het commerciële tarief voor toetsers - niet onredelijk. Daarbij neemt het college in aanmerking dat het aantal dagdelen dat in rekening wordt gebracht afhankelijk is van de situatie waarmee de toetsers op het te toetsen kantoor worden geconfronteerd. Daarom ziet het college niet in dat het hanteren van één tarief voor alle kantoren discriminatoir zou zijn ten opzichte van kleine kantoren.

Het college vindt evenmin dat er te veel uren in rekening zijn gebracht. Het uitgangspunt van 3 uur per dagdeel is gerechtvaardigd. Ook de tijd die de toetsers na de lunch hebben besteed is van zo'n omvang dat je daarvoor nog een dagdeel in rekening kunt brengen, of de toetsers nu om 15.00 uur zijn vertrokken, zoals de AA zegt, dan wel om 15.30 uur, zoals de NBA volhoudt.

Noot redactie: Hoe de rekening met vier dagdelen à 695 euro incl. btw uitkomt op 3308,20 is uit de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven niet op te maken. (NASCHRIFT: Het bedrag van 695 euro lijkt, anders dan vermeld in rechtsoverweging 2, toch exclusief btw te zijn).