Nieuws

Belastingdienst overweegt hoger beroep tegen Super De Boer

De Belastingdienst onderzoekt of hij in beroep gaat tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland. Deze zette een streep door een naheffingsaanslag en een navorderingsaanslag die de inspecteur heeft opgelegd aan een franchisenemer van Super De Boer die werd verdacht van statiegeldfraude.

De Belastingdienst kan niet inhoudelijk ingaan op deze zaak, die niet op zichzelf staat. De Belastingdienst heeft een speciaal projectteam opgezet om de fiscale fraude bij de supermarktketen aan te pakken.

In deze zaak legde de inspecteur de franchisenemer vorig jaar een naheffingsaanslag omzetbelasting van 557 euro op en een navorderingsaanslag IB/PVV over een (extra) winst van 10 mille. De ondernemer zou omzet hebben verzwegen met negatieve omzetaanslagen op de kassa's. De Belastingdienst baseerde dit vermoeden op een analyse van de gegevens die naar boven kwamen uit de administratie van de franchisegever.

De franchisenemer vindt dat de Belastingdienst niet heeft bewezen dat hij omzet heeft verzwegen. Het projectteam van de Belastingdienst houdt daarentegen vol dat er bij de franchisenemer sprake is van verdachte retourboekingen. De bevindingen uit de cijferanalyse bij de franchisegever kunnen namelijk via een code worden gelinkt aan de franchisenemer.

De rechtbank vindt dit onvoldoende bewijs. Als je er al van uit zou kunnen gaan dat de bevindingen juist zijn en inderdaad via een code kunnen worden gekoppeld aan de franchisenemer dan heeft de Belastingdienst nog niet voldaan aan zijn bewijslast. De Belastingdienst heeft namelijk:

  • niet gecontroleerd of de omzetcorrectie die hij heeft doorgevoerd in de aangiften over 2007 verantwoord was;
  • niet geverifieerd of de administratie van de franchisegever overeenstemt met de administratie van de franchisenemer;
  • nagelaten om de journaalposten die voorafgaan aan de jaarstukken van de franchisenemer na te kijken.

Daarbij komt dat de Belastingdienst op de rechtszitting heeft gezegd dat de verdachte retouren alleen aan de franchisenemer kunnen worden gelinkt door nader onderzoek in te stellen.

De rechtbank concludeert daarom dat de Belastingdienst de omzetcorrect alleen heeft gebaseerd op de administratie van de franchisegever. De Belastingdienst heeft iedere controle bij de franchisenemer achterwege gelaten en dus niet onderzocht of de onderzoeksresultaten ook zijn terug te vinden in de administratie van de franchisenemer. De Belastingdienst heeft daarom "op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt" dat de franchisenemer omzet heeft verzwegen en dat daardoor te weinig belasting is geheven. Er is daarom geen grond om hem een navordering- en naheffingsaanslag op te leggen.

De Belastingdienst kan zegt in een reactie dat "het overgrote deel van de franchisenemers" die de fiscus over deze fraude heeft benaderd inmiddels akkoord is gegaan met de opgelegde correcties. "En er loopt nog een aantal strafzaken."

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.