'Toezicht bij GVB selectief en rommelig'
Ondanks de sterke betrokkenheid van de gemeente Amsterdam bij het GVB en de inzet van de raad van commissarissen van het vervoersbedrijf is er sprake van tekortkomingen bij het toezicht. Dat concludeert de Rekenkamer Amsterdam in een rapport over het toezicht bij het GVB.
De rvc heeft het toezicht organisatorisch niet op orde en weinig aandacht voor de interne beheersing, en de gemeente speekt de rvc onvoldoende aan op tekortkomingen in de verantwoording over het gehouden toezicht, zo stelt de rekenkamer. "Daarnaast heeft de gemeente weinig nagedacht over wat ze als aandeelhouder wil en wat dat betekent voor het toezicht bij GVB."
In het voorjaar voerde BDO onderzoek uit naar mogelijke fraude bij het GVB. Fraude werd niet vastgesteld, wel kwamen tekortkomingen in de bedrijfsvoering aan het licht.
De gemeenteraad verzocht de Rekenkamer Amsterdam vervolgens onderzoek te doen naar het functioneren van het toezicht bij het GVB. De gemeenteraad wil uit het onderzoek lessen leren voor de voorgenomen verzelfstandiging van het havenbedrijf. In 2007 werd het GVB verzelfstandigd. De gemeente is enig aandeelhouder.
Volgens de rekenkamer was de aandacht van de rvc voor het toezicht selectief. "De rvc zag het als zijn voornaamste taak om de prestaties van GVB zo te verbeteren dat de organisatie klaar was voor de markt en succesvol kon meedingen naar de openbare aanbesteding voor de concessie van het openbaar vervoer in de regio. Hierdoor was er veel aandacht voor strategische ontwikkeling en operationele resultaten." Interne beheering kreeg echter weinig aandacht.
Daarnaast constateert de rekenkamer dat de rvc niet voldeed aan de Nederlandse corporate governance code, terwijl ze die wel had onderschreven. Ook legde de rvc onvoldoende verantwoording af aan de gemeente, die de rvc hier vervolgens nauwelijks op aansprak.
"De gemeente heeft bij de verzelfstandiging van GVB onvoldoende over haar eigen rol als aandeelhouder nagedacht en wat dit betekent voor de wijze waarop toezicht gehouden wordt bij GVB. Net als bij de rvc lag de nadruk op het verbeteren van de prestaties van GVB. De inrichting van het toezicht heeft niet de aandacht gekregen die het verdient", aldus de rekenkamer.
De rekenkamer heeft naar aanleiding van het onderzoek zes aanbevelingen aan de gemeente gedaan en vier verbeterpunten voor de rvc geformuleerd.
De kantonrechter laakte vorige week de handelswijze van de rvc rond het ontslag van GVB-directeur Pieter Schotte naar aanleiding van het fraude-onderzoek en kende hem een schadevergoeding toe van 268.000 euro.