Druk op administratiekantoren door horizontaal toezicht en SBR
Kwaliteitseisen voor administratiekantoren zijn toegenomen sinds de NOAB afspraken heeft gemaakt met de Belastingdienst over horizontaal toezicht en met banken over SBR. Toch is het voor NOAB-directeur Michel Hamer te vroeg om de 27 royementen van begin dit jaar daar aan toe te schrijven.
Begin dit jaar royeerde de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB) 27 aangesloten kantoren. Een deel voldeed niet aan de opleidingsvereisten, anderen kwamen overige kwaliteitseisen niet na.
Royementen komen vaker voor bij NOAB, maar daar is volgens directielid Michel Hamer van niets vreemds aan. "Dat gebeurt ook bij de NBA en de SRA. Vorig jaar hebben wij bijna twintig kantoren geschrapt als volwaardig lid. Een aantal daarvan is teruggeplaatst naar de status van aspirant."
Hij weet dan ook niet of er verband is met de royementen en de strengere kwaliteitseisen die het NOAB stelt aan leden. "Er is echter wel een ontwikkeling gaande binnen NOAB van toenemende eisen en borging van kwaliteit. Als brancheorganisatie doen we mee aan projecten van horizontaal toezicht en SBR."
"Wil je met de Belastingdienst en banken afspraken maken over deze zaken, dan moet je daar zekerheden tegenover stellen, variërend van reviews tot checklists. Als NOAB werken wij niet vanuit een wettelijk kader, daarom doen wij zo veel aan zelfregulering."
Het stellen van en toetsen op eisen schept een spanningsveld bij de leden, erkent Hamer. "We willen voorkomen dat onze leden overladen worden door administratieve verplichtingen. Anderzijds moet je eisen stellen aan interne processen als je afspraken maakt met banken de Belastingdienst. Kantoren hebben voordelen van deze afspraken, daar moeten ze ook iets voor doen"
"In hoeverre dit druk oplevert voor kantoren, is moeilijk te zeggen. Het ene kantoor werkt allang volgens de kwaliteitseisen die horen bij horizontaal toezicht en SBR, zij hebben er geen moeite mee. Voor anderen is het nieuw, zij moeten zich aanpassen."
De geroyeerde kantoren komen niet zonder meer in aanmerking voor een nieuw lidmaatschap, zegt Hamer. "Vier hebben gezegd dat zij verbeteringen willen doorvoeren. Dat willen wij dan eerst zien. We hebben alle kantoren in kwestie heel veel gelegenheid gegeven om zich te verbeteren. Sommigen waren al teruggeplaatst naar de status van aspirant."
"Het is niet zo dat wij royeren om deze kantoren daarna weer lid te maken. Ieder geval behandelen wij apart."