Nieuws

Pijn Griekenland bij pensioenfondsen al in dekkingsgraden verwerkt

Discussie over waarderingsgrondslagen van vorderingen op Griekenland lijkt bij pensioenfondsen niet te spelen. Anders dan bij banken het geval is, hebben pensioenfondsen de actuele marktwaarden van die staatsobligaties al in hun dekkingsgraden verwerkt.

"Pensioenfondsen zijn op grond van de wet verplicht hun bezittingen, ook die in Grieks, Portugees of Iers staatspapier, op marktwaarde te waarderen. Gegeven de huidige marktwaarderingen dienen ze de pijn van de schuldenproblematiek van die landen al verwerkt te hebben in de actuele dekkingsgraden." Aldus David van As, hoofd van de vijftien medewerkers tellende afdeling Toezicht grote pensioenfondsen bij De Nederlandsche Bank, afgelopen dinsdag tijden het VERA-seminar Visie accountants en actuarissen op Risicomanagement bij pensioenfondsen.

De afgelopen weken laaide in het Financiële Dagblad en op Accountant.nl een discussie op over de vraag of de waarderingsrichtlijnen onder IFRS, vooral voor complexere financiële instrumenten, banken toch niet ruimte geven om intransparant te zijn over verliezen die kunnen ontstaan wanneer op Griekse, Portugese of Ierse staatobligaties een zogenoemde haircut of zachtere vorm van herstructurering wordt toegepast. 

Het beeld ontstond dat banken in het algemeen niet tot afwaarderen overgaan zolang Europese Unie, Europese Centrale Bank en Internationaal Monetair Fonds niet definitief voor deze of gene oplossing voor de Griekse schulden hebben gekozen. 

Mede daardoor zou onduidelijk zijn welk deel van de mogelijke verliezen banken al hebben genomen en welk deel niet. 

IFRS staat twee grondslagen toe: amortised cost en fair value. De eerste kijkt vooral naar verwachte cash flows, de tweede naar marktwaarden. 

Van As: "Al sinds de introductie van het Financieel Toetsingskader rapporteren pensioenfondsen alle beleggingen op marktwaarde. Voor zover afwaardering van beleggingen aan de orde was, is dat de gebruikelijke praktijk." 

Van As herinnert er overigens aan dat de exposure van Nederlandse pensioenfondsen op de eurolanden met betalingsproblemen inmiddels zeer beperkt is. 

Dat blijkt ook uit de statistieken. Eind 2010 hadden Nederlandse banken en (pensioen)verzekeraars samen 3 miljard (afgerond) te vorderen van de Griekse overheid, van de Ierse 2 miljard, en van de Portugese 1 miljard. 

Drie kwartalen eerder was dat nog respectievelijk 11, 3 en 5 miljard euro. 

In de in april 2011 verschenen publicatie Overzicht Financiële Stabiliteit schrijft DNB: "Uitzettingen op Griekenland, Ierland en Portugal waren in het eerste kwartaal van 2010 al relatief klein en zijn sindsdien verder afgenomen. Beleggingen in Duits en Nederlands overheidspapier zijn juist substantieel toegenomen. Op basis van gegevens voor verzekeraars en pensioenfondsen blijkt dit voor een groot deel toe te schrijven aan verschuivingen binnen de beleggingsportefeuilles en slechts in beperkte mate aan waardemutaties." 

Kortom: Verliezen lijken vaker genomen te zijn door staatspapier te verkopen dan door afwaardering. 

Van As merkt wel op: "‘Wat in de waarderingen van dit moment natuurlijk niet meegenomen kan worden is dat verliezen ook dramatischer kunnen uitvallen dan wat nu in de marktwaardes wordt weerspiegeld."

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.