Nieuws 18 mei 2011

DNB onderzoekt aanpassing regels voor rapportage vastgoed banken

De Nederlandsche Bank (DNB) overweegt om de regelgeving voor het waarderen van vastgoed strenger te maken voor financiële instellingen. De bank vreest dat bestaande regelgeving tekortschiet om de risico's van vastgoedportefeuilles transparant te maken.

Dat blijkt uit de reactie van DNB op haar eerder verschenen rapport Overzicht Financiële Stabiliteit in Nederland. In dit rapport wordt vastgoed als een risico voor banken aangemerkt. 

"DNB houdt al langere tijd de uitzettingen met betrekking tot commercieel vastgoed op de balansen van financiële instellingen in de gaten", aldus de schriftelijke reactie van woordvoerder Herman Lutke Schipholt van DNB. "DNB onderzoekt in hoeverre en op welke punten de vigerende verslaggevingsregels onvoldoende leiden tot de bedoelde transparantie dan wel prudentie binnen de kaders. Als dit onderzoek afgerond is, zal worden bezien welke aanvullende maatregelen wenselijk zijn." 

Daarnaast laat Lutke Schipholt weten dat DNB sommige financiële instellingen nauwlettend in de gaten houdt om te zorgen dat de risico's op het gebied van vastgoed beheersbaar blijven. "Over specifieke maatregelen dan wel specifieke instellingen kunnen we, zoals bekend, geen mededelingen doen." 

In het eerder dit voorjaar gepubliceerde rapport Overzicht Financiële Stabiliteit in Nederland, stelt DNB dat de waardering van vastgoed op de balans een risicofactor is voor financiële instellingen. 

"Problemen op de Nederlandse markt voor commercieel vastgoed, waar structurele leegstand dreigt, kunnen de financiële sector raken", zo staat in het rapport. "Gezien deze risico's moeten financiële instellingen transparant zijn over hun uitzettingen in kwetsbare landen en commercieel vastgoed en zorgen voor een adequate en voldoende prudente waardering van deze posities." 

Volgens regels die gelden voor de aan DNB rapporterende onder toezicht staande instellingen, dienen de uitzettingen te worden gewaardeerd op basis van BW 2 Titel 9 bepalingen, waarbinnen toepassing van IFRS mogelijk is (artikel 362 BW2.9). Toezichtregelgeving ten behoeve van prudentiële rapportages verwijst voor waarderingsgrondslagen naar BW2 titel 9 dan wel naar IFRS (artikel 131 Besluit Prudentiële Regels). 

"Voor zover daarbij verschillende methoden worden gebruikt om tot een waardering te komen, onderstreept DNB de relevantie van het toelichten van de gehanteerde methoden", aldus woordvoerder Lutke Schipholt. "Voor sommige objecten is het lastig om tot eenduidige (taxatie-) uitkomsten te komen; in dat geval roept DNB op om te kiezen voor prudentere uitkomsten in de waardeschattingen." 

"DNB benadrukt dat één en ander geschiedt binnen de kaders van vigerende verslaggevingregels. Dit betekent overigens niet dat er op dit moment geen maatregelen getroffen worden. DNB heeft de mogelijkheid om een reeks van middelen in te zetten, variërend van het opvragen van ontbrekende informatie bij instellingen, analyses van portefeuilles ten opzichte van het risicoprofiel van een instelling, tot het analyseren van de hoogte van de kapitaalbuffer voor desbetreffende portefeuilles."