'Accountant heeft taak bij verbetering toezicht maatschappelijke organisatie'
De relatie tussen accountants en raden van toezicht van semipublieke organisaties moet verbeteren. Nog te vaak durven de toezichthouders de externe accountant niet direct te benaderen. Accountants op hun beurt moeten zich realiseren hoe belangrijk het is om de raad van toezicht te informeren.
Dat stelt Rienk Goodijk, bijzonder hoogleraar governance in de (semi)publieke sector aan de Universiteit van Tilburg en senior consultant bij adviesorganisatie GITP. Vorige week pleitte hij in zijn inaugurele rede voor verbetering van het toezicht op maatschappelijke ondernemingen. Hij voegt daar nu aan toe dat de accountant een rol kan spelen in deze verbeterslag.
"Als het gaat om de kwaliteit van het toezicht, zijn drie kwesties van belang", aldus Goodijk. "Ten eerste is dat de kwaliteit van de toezichthouders. Die zijn geen experts op alle benodigde gebieden. De voortdurende aanpassing van regels houden zij onvoldoende bij, zoals op het gebied van risicomanagement en vastgoed. Bij woningcorporaties en zorginstellingen begint de kennisontwikkeling toe te nemen, maar het tekort aan capabele toezichthouders is er nog steeds."
Het tweede aspect in het toezicht op maatschappelijke organisaties betreft volgens Goodijk de attitude van toezichthouders. "Ze staan vaak te veel op afstand en zijn te weinig kritisch, terwijl de diversiteit binnen de raad te klein is. Toezichthouders in de semipublieke sector zijn gewend om in vertrouwde omgevingen te opereren. Met externe accountants gaan ze nauwelijks het gesprek aan zonder dat er bestuurders bij zijn. Op het zelf contact zoeken met stakeholders rust nog steeds een taboe."
Het derde kritiekpunt is volgens Goodijk het concept van de raad van toezicht. "Het concept van de raad van toezicht is opgezet zoals dat van de raad van commissarissen in de private sector. Maar de taken van een raad van toezicht zijn veel breder dan die van de raad van commissarissen. Zo wordt van toezichthouders ook verwacht dat zij oog houden voor het maatschappelijk belang en de tevredenheid van stakeholders over de kwaliteit van het primaire proces. Deze doelstellingen zijn nauwelijks verankerd in de statuten van maatschappelijke organisaties."
Door deze knelpunten zijn veel raden van toezicht niet berekend op hun taken, mede vanwege de complexiteit van maatschappelijke organisaties. "Er zijn commerciële vertakkingen en publiek-private samenwerking. Daarom moet het concept achter een raad van toezicht worden aangepast."
Op korte termijn moet er nieuw bloed in raden van toezicht stromen, zo adviseert de hoogleraar. "Het arsenaal van kandidaat-toezichthouders is groter dan nu wordt benut. Dan denk ik aan jonge mensen die actief zijn in het bedrijfsleven en de publieke sector. Ook kunnen er onder vrouwen veel meer toezichthouders gezocht worden."
Ten slotte zal de houding van de toezichthouders moeten veranderen. "Schandalen in de semipublieke sector kun je niet volledig op toezichthouders afschuiven, maar voor een deel dragen ze wel de verantwoordelijkheid. Ze moeten zich afvragen of ze niet wat onafhankelijker van het bestuur moeten opereren bij hun toezichthoudende taken en zelf hun informatie moeten vergaren. Daarbij moet overigens ook een wisselwerking plaatsvinden. Ik denk bijvoorbeeld dat de externe accountant zich bewust moet zijn van de noodzaak om de raad van toezicht over de risico's te informeren."