Nieuws 16 december 2011

Bestuur Landis schuldig aan wanbeleid

De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam heeft bepaald dat ICT-bedrijf Landis in 2002 ten onder is gegaan aan wanbeleid door bestuur en commissarissen. De uitspraak is de opmaat voor aansprakelijkheidsprocedures tegen bestuur, commissarissen en accountant Ernst & Young.

De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) had de Ondernemingskamer (OK) gevraagd dit wanbeleid vast te stellen bij Landis. Het bestuur heeft de risico's van het eigen beleid niet onder ogen gezien. Het heeft de eigen situatie welbewust en op wezenlijke onderdelen gunstiger voorgesteld dan gerechtvaardigd. 

Het arrest is de opmaat voor aansprakelijkheidsprocedures van de VEB tegen bestuurders en commissarissen en accountant Ernst & Young. De VEB werkt daarbij samen met de curatoren van Landis. 

In mei 2009 werd een in opdracht van de Ondernemingskamer door onderzoekers Leendert van den Blink en Lou Traas opgesteld rapport openbaar over het beleid en de gang van zaken bij Landis. De conclusies daarin waren vernietigend voor bestuurders en commissarissen en het rapport bevatte tevens uiterst kritische noten over de accountant. 

Volgens een uitspraak van de Raad van Tucht in maart 2010 heeft de accountant ten onrechte een goedkeurende verklaring afgegeven over de jaarrekeningen van 1999 en 2000. Zowel winst als eigen vermogen waren daarin te rooskleurig voorgesteld. De accountant werd daarom voor een halfjaar geschorst. 

Bestuurder Paul Kuiken heeft beleggers bewust om de tuin geleid en heeft inmiddels voor Landis twee strafrechtelijke veroordelingen ontvangen. De rechtbank Amsterdam oordeelde in 2004 dat hij schuldig is aan het vervalsen en antedateren van de optieregeling bij Landis. In hetzelfde jaar werd hij veroordeeld voor het aanzetten tot handel met voorkennis ten tijde van de aandelenemissie van Landis in juli 2001. Daar komt nu de kwalificatie wanbeleid bij. 

Bij het faillissement van Landis Group NV verdampte destijds 800 miljoen euro aan beurswaarde.