Berk kiest voor internationale naamgeving
Op 1 februari verandert Berk haar naam in Baker Tilly Berk, de naam van het internationale netwerk waarbij zij is aangesloten. Hiermee wil het kantoor zichtbaarder worden voor het steeds meer internationaal georiënteerde mkb.
De naamswijziging vloeit voort uit de steeds belangrijker wordende rol van het internationale netwerk waarbij Baker Tilly Berk is aangesloten. "Dertig tot veertig procent van onze omzet komt voort uit klanten die internationaal actief zijn", zegt Romke van der Veen, de nieuwe bestuursvoorzitter van Baker Tilly Berk. "Dat aandeel neemt toe. Het is werk dat wij uitvoeren in Nederland voor buitenlandse bedrijven met vestigingen in Nederland en Nederlandse bedrijven met vestigingen in het buitenland."
Dit betekent overigens niet dat het kantoor steeds grotere klanten zoekt. Het zwaartepunt ligt bij het middenbedrijf, en dat blijft zo, belooft Van der Veen. "Daaronder zijn veel bedrijven in het mkb, waarvan vele in het middenbedrijf opereren. Daar zijn grote vennootschappen bij, met een omzet tot 400 miljoen euro. Zij hebben vrijwel allemaal relaties in het buitenland."
"De naamwijziging is ingegeven door het feit dat steeds meer van onze klanten crossborder opereren. Ook in het kleinbedrijf. Wij werken voor de nodige Amerikaanse en Aziatische bedrijven die in Nederland kleine vestigingen hebben. Voor veel van onze internationale bedrijven zijn wij zichtbaarder als wij de naam Baker Tilly actief uitdragen."
Toch ontkent Van der Veen dat het kantoor vooral op buitenlandse bedrijven mikt. "In het middenbedrijf zitten heel veel familiebedrijven waarvoor heel veel werk te doen is. Het is een enorm grote markt." Desalniettemin houdt Van der Veen er rekening mee dat Baker Tilly Berk meer grote bedrijven zal gaan bedienen. De firma heeft een OOB-vergunning, waarmee zij op dit moment één klant bedient, Bovemij, een verzekeringsmaatschappij van Bovag.
"Wij acquireren niet actief onder OOB's omdat daar niet ons zwaartepunt ligt", vervolgt Van der Veen. "Maar we zijn er wel klaar voor. Ook wij hebben de roep uit Brussel gehoord via de Green Paper. De Europese Commissie wil weten of er alternatieven zijn voor de big four. Wij zijn zo'n alternatief, maar onze dienstverlening past nu eenmaal meer bij het mkb dan bij beursfondsen. We hebben negenhonderd medewerkers die goed thuis zijn in accountancy, de fiscale praktijk en advies. Heel breed onderlegd, waardoor wij bij uitstek de variëteit van vragen in het mkb kunnen bedienen. En als daar ook een vraag van een OOB bij zit, kunnen we ook die beantwoorden."