'Celstraf Lernout en Hauspie goed signaal'
Er gaat een goede signaalwerking uit van de relatief zware straffen voor de Belgische ondernemers Jo Lernout en Pol Hauspie. Volgens Henk Langendijk, hoogleraar externe verslaggeving, komt het in West-Europa niet vaak voor dat boekhoudfraude leidt tot lange celstraffen. "Ik vind het mooi dat ze veroordeeld zijn."
Henk Langendijk, hoogleraar externe verslaggeving aan Nyenrode Business Universiteit en de Amsterdam Business School, reageert op de veroordeling van een aantal betrokken bestuurders van spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie, die beide tot vijf jaar cel zijn veroordeeld, waarvan twee jaar voorwaardelijk. In 2002 schreef hij een boek over de boekhoudfraude bij het bedrijf.
"Voor West-Europese begrippen zijn er forse straffen uitgedeeld. Hier in Nederland zijn we nog nooit zo ver gegaan, ook al hebben we hier ook te maken gehad met boekhoudfraude. Stel je eens voor, die twee ondernemers moeten jaren de gevangenis in. Van Ahold is er niemand veroordeeld tot gevangenisstraffen voor het boekhoudschandaal. Ik wil daar overigens geen waardeoordeel mee uitspreken. Maar als je vergelijkingen wil maken, dan is Lernout & Hauspie het Ahold van België."
"Ik vind het mooi dat dit oordeel is uitgesproken. Hopelijk gaat hier een zuiverende werking van uit. De boekhoudfraude bij Lernout & Hauspie was ook wel van een heel zwaar niveau." Minder stellig is Langendijk over de vrijspraak van KPMG in deze zaak. "In de VS heeft KPMG geschikt, maar dat wil niet zeggen dat het kantoor schuldig is."
"Het rechtssysteem is er harder dan hier, veel partijen willen daar niet het risico aangaan van een rechterlijk vonnis. Dit zegt niets over de schuldvraag. Ik heb begrepen dat er in België een pak papier van meer dan tweeduizend pagina's over deze zaak bij de rechter ligt. Bijna tien jaar heeft het geduurd voordat er een vonnis ligt. Dan moet je de vrijspraak van KPMG niet in twijfel gaan trekken, daar is geen grond voor."
"Anders is het met de vraag in het algemeen over de verantwoordelijkheid van de accountant in geval van boekhoudfraude. Bij elke nieuwe zaak wordt deze vraag terecht weer gesteld. Het antwoord hierop moet van de accountants zelf komen. Ik vraag me af of dat snel zal gebeuren. Volgens mij speelt dit vraagstuk nog steeds als ik tachtig ben."