Ernst & Young: ‘Voorkeurslijstjes zijn wisselvallig’
Ernst & Young snapt niet waarom zij zo laag staat in de onlangs verschenen ranking van Incompany. Daarin viel het kantoor ver buiten de top 100, in tegenstelling tot de andere big four-kantoren. In een reactie wijst zij op haar stijgende aantrekkingskracht en de doorgaans hoge positionering van Ernst & Young in allerhande populariteitspeilingen. Maar tegelijk wijst zij op de wisselvalligheid van rankings.
"De aantrekkingskracht van de drie overige kantoren daalde dit jaar volgens het Incompany 500 onderzoek licht, terwijl Ernst & Young steeg van 166 naar 144", aldus een verklaring van Ernst & Young aan de redactie van Accountant.nl.
Incompany peilt jaarlijks de aantrekkingskracht en de reputatie van Nederlandse organisaties onder zakenpartners, beleggers en werknemers. KPMG (75), PwC (79) en Deloitte (96) staan alle drie in het laatste kwart van de top 100, Ernst & Young staat op nummer 144. De redactie van Incompany had geen verklaring voor de opvallend lage positie van Ernst & Young.
"In verschillende deelonderzoeken van het tijdschrift Incompany scoren wij doorgaans goed", aldus Ernst & Young. "Vorig jaar waren we de best scorende van de big four-firms op het gebied van klanttevredenheid. Tot 2007 scoorden we ieder jaar het hoogst op werknemerstevredenheid in een onderzoek van Incompany. Net als René Gerhardus, hoofdredacteur van Incompany, kunnen we daarom de huidige notering ten opzichte van andere accountantskantoren niet plaatsen."
"Ook uit onze eigen onderzoeken blijken de scores van de big four-firms regelmatig af te wisselen. Resultaten van zowel in- als externe reputatie-onderzoeken vormen een belangrijk uitgangspunt voor ons beleid. Daarom herkennen we ook de stijging van de aantrekkingskracht in het Incompany onderzoek; we zijn namelijk al enige tijd intensief en succesvol aan de slag met de uitvoering van onze plannen waarmee we onze positie verstevigen."