Nieuws 17 maart 2010

Lehman ontsloeg klokkenluider na protest tegen boekhoudtrucs

Lehman Brothers heeft vlak voor haar ondergang een financiële topman ontslagen die bezwaar had gemaakt tegen de vervalste boekhouding waarmee de bank haar failliet poogde te maskeren. Het ontslag kwam een maand nadat de klokkenluider Ernst & Young op onregelmatigheden in de boeken had gewezen.

Dat stelt de advocaat van Matthew Lee, voormalig senior vice-president van de financiële divisie van Lehman Brothers. In mei 2008 stuurde Lee een memo naar managers van de bank, waarin hij zes beschuldigingen uitte over onethisch boekhouden.

Deze managers hebben aan Ernst & Young gevraagd om de beschuldigingen te onderzoeken. In een gesprek met partners van Ernst & Young heeft hij volgens de advocaat zijn bezwaren toegelicht. Actie bleef echter uit, waarna Lee in juni werd ontslagen. Volgens de bank in verband met een reorganisatie. Lee's advocaat houdt het erop dat het ontslag te maken had met Lee's bezwaren.

De partners van Ernst & Young met wie Lee zou hebben gesproken, zijn William Schlich en Hillary Hansen. In een terugkoppeling aan Lehman, zouden deze twee met geen woord hebben gerept over Lee's bezwaren.

Lee stelde dat Lehman elke maand 5 miljard dollar aan activa teveel opvoerde en dat de waardering van financiële producten onrealistisch was. Verder waren medewerkers die belast waren met controle niet voldoende gekwalificeerd en waren de financiële systemen ineffectief. Tenslotte waren er mogelijk voor tientallen miljarden aan giftige passiva.

Het ontslag van Lee is bekritiseerd door het National Whistleblowers Center in de VS. Volgens directeur Stephen Kohn is het gebruikelijk in Amerikaanse bedrijven om klokkenluiders te ontslaan onder het mom van een bezuinigingsoperatie.