Nieuws 28 oktober 2010

SRA-voorzitter wil verplichte rapportering risico's

Risicoverslaggeving door grote ondernemingen moet worden opgenomen in wetgeving, als aanvulling op de jaarrekening en daarmee als onderdeel van de controleplicht en het oordeel van de accountant. Hiermee kunnen accountants beter voldoen aan de verwachtingen van de gebruikers en de zogenaamde verwachtingskloof opheffen. Dat stelt voorzitter Paul Dinkgreve van SRA.

Hij reageert daarmee op het eerder deze maand gepubliceerde green paper van de Europese Commissie. "Grote ondernemingen zijn inderdaad complex. Daarom is het een goed idee om verslaggeving van risico's verplicht te maken voor grote bedrijven. Accountants inventariseren de risico's op dit moment al wel maar kunnen en mogen daar geen oordeel over geven als zodanig, alleen voor zover ze een direct raakvlak hebben met de jaarrekening. Dat doen ze ook heel vaak, maar daar gebeurt nog te weinig mee."

Dinkgreve vindt dit beter voor risicoreductie dan het opknippen van de big four, een suggestie die in het green paper staat. Volgens hem verkleint een splitsing de risico's van claims tegen accountantskantoren allerminst, integendeel. "Aansprakelijkheid en claims worden niet kleiner als de kantoren kleiner worden. Het enige wat er verandert, is dat de dezelfde risico's door een kleiner kantoor gelopen moeten worden. Dat lost dus niets op."

"Als er ruimte is voor een ‘big five' dan zal de markt dat zelf moeten realiseren door splitsing op eigen initiatief of fusies van andere kantoren. Door het ingestelde toezicht van de AFM is een begin gemaakt met meer toezicht op gedrag en kwaliteit van de kantoren. De vruchten daarvan zijn al zichtbaar, het heeft wel tijd nodig. Om nu al gelijk weer met drastische maatregelen te komen zonder de genomen maatregelen een kans te geven, getuigt niet van langere termijn visie en beleid."

Regelgeving die zeker moet worden aangepakt, is wat Dinkgreve betreft die voor het mkb. Vorige week liet hij zich daar al over uit op de website van Accountancynieuws, waarin hij verwees naar de aandacht van het green paper voor het mkb. "Standaarden voor de controle maken nu geen verschil tussen oob's en mkb-bedrijven, terwijl dat wel zou moeten. Neem NV COS 600, daar komt het begrip groepsaccountant om de hoek kijken. Daar wordt weinig onderscheid gemaakt tussen mkb en oob. Het is een voorbeeld van één set regels die voor alle bedrijven van toepassing is, terwijl de situatie bij de bedrijven qua complexiteit wezenlijk verschilt."

"SRA heeft het ministerie aangeboden voorstellen te doen om controlestandaarden tegen het licht te houden en in de toepassing onderscheid te maken, waar mogelijk, tussen oob's en mkb-bedrijven. Daarnaast zijn de controlestandaarden nooit geschreven voor wetshandhaving in het kader van de Wta, maar logischerwijs gebruikt de AFM ze wel voor de huidige wetshandhaving. Dit betekent dat de beroepsorganisatie bij de opstelling van de verordening veel meer met een juridische blik moet kijken. In september heb ik hierover gesproken met het ministerie van Financiën. Leidraad is hierbij dat regelgeving toegespitst moet zijn op de omvang van een onderneming en wel beheersbaar moet blijven."