Nieuws

Zwartspaarder moet fiscus gegevens verstrekken

Zwartspaarders die van de Belastingdienst het verzoek krijgen informatie te verstrekken kunnen zich niet beroepen op het beginsel dat zij niet hoeven mee te werken aan hun eigen vervolging of veroordeling. Dat heeft de Hoge Raad onlangs duidelijk gemaakt.

Volgens het zogenoemde nemo tenetur beginsel kunnen verdachten niet worden verplicht bewijs te leveren tegen zichzelf wanneer na een strafklacht een sanctie dreigt. De Hoge Raad vindt dat de enkele omstandigheid dat iemand zichzelf als verdachte beschouwt van het doen van een onjuiste aangifte en daardoor meent te mogen verwachten dat hem een strafrechtelijke sanctie of fiscale boete wordt opgelegd, niet betekent dat hij op grond van het nemo tenetur beginsel gerechtigd is om het verzoek van de belastingdienst in de wind te slaan. 

Het arrest van de Hoge Raad is een uitvloeisel van het Project Bank Zonder Naam. In dat project jaagt de Belastingdienst op zwartspaarders, onder meer met behulp van informatie die de Belgische fiscale autoriteiten hebben aangereikt. 

Personen wier naam voorkomt op de lijst van rekeninghouders bij de Kredietbank Luxembourgeoise (KB Lux-bank) kregen in 2007 het verzoek van de Belastingdienst alsnog het ingevulde formulier Opgaaf in het buitenland aangehouden bankrekening(en) te verstrekken. 

Een zwartspaarder weigert dit maar vertelt de belastingdienst wel dat hij in 1993 een rekening heeft geopend bij Van Lanschot in Luxemburg. En dat het saldo op die rekening nul is. De rekeninghouder vreest dat de belastingdienst hem in de val lokt. Hij wil eerst weten hoe de fiscus - gezien het bankgeheim - aan zijn gegevens is gekomen en welke informatie de belastingdienst precies heeft. 

De belastingdienst geeft daarop geen antwoord en probeert de zwartspaarders via de rechter tot verstrekking van de gevraagde gegevens te dwingen. Zowel de rechtbank als het gerechtshof zeggen dat de zwartspaarder op grond van artikel 47 van de Algemene wet op de rijksbelastingen verplicht is de gevraagde gegevens te verstrekken. 

De Hoge Raad sluit zich daarbij nu in korte bewoordingen aan. Hoewel het arrest geen juridische doorbraak is, maken de actualiteit en het advies van de advocaat-generaal de uitspraak interessant. 

In zijn 'conclusie' laat advocaat-generaal Peter Wattel mooi zien waar de grens loopt tussen de verplichting om mee te werken aan de belastingheffing versus het recht om geen belastend materiaal over jezelf te hoeven verstrekken. 

Daaruit blijkt onder meer dat het Europese Hof van de Rechten van de Mens en de Hoge Raad al eerder hebben bepaald dat meewerken aan de belastingheffing zelfs verplicht blijft als iemand al strafrechtelijk wordt vervolgd, hetgeen in deze zaak nog niet het geval was. 

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.