PwC niet onder de indruk van rechtszaak om oud onderzoeksrapport
Fraude-expert Cees Schaap van SBV Forensics eist in een kort geding inzage in een onderzoeksrapport dat PricewaterhouseCoopers in 2003 zou hebben opgesteld. PwC bevestigt de rechtszaak, maar is niet van plan aan de eis tegemoet te komen.
Volgens Schaap, een voormalig forensisch accountant van Ernst & Young, zou PwC in 2003 een rapport hebben opgesteld over het toenmalige bureau SBV, voorloper van SBV Forensics. Het PwC-rapport zou zijn geschreven in opdracht van belegger Nina Brink en/of de investeringsmaatschappij Anrodata.
Deze partijen waren in 2002 zakelijk met Schaap verbonden. De jaren erna waren er echter diverse rechtszaken tussen beiden. "Opmerkingen over onregelmatigheden van Schaap duiken sinds 2004 op in processtukken van Brink en Anrodata en worden kracht bijgezet door te verwijzen naar het onderzoek van PwC", aldus Marjolijn Vissers, advocaat van Schaap.
Voor Schaap zijn de verwijzingen naar het PwC-rapport aanleiding om inzage te eisen in het rapport, dat nooit verder zou zijn gekomen dan de status van concept. "Omdat Schaap de inhoud niet kent, is aan PwC gevraagd om een afschrift van dat rapport", verduidelijkt Vissers. "PwC weigert dat. Dat is de reden voor Schaap om de rechter te vragen PwC tot afgifte van een kopie te dwingen."
De advocaat baseert zich in haar eis voor openheid van het conceptrapport op het Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering. "Om inzage af te dwingen moet Schaap aan drie voorwaarden voldoen", zegt Vissers. "Schaap en PwC moeten een rechtsbetrekking hebben, Schaap moet een rechtmatig belang hebben en de desbetreffende bescheiden moeten ter beschikking zijn." PwC legt de eis van Schaap naast zich neer, blijkt uit een schriftelijke reactie van woordvoerder Meint Waterlander. "Het klopt dat Schaap een kort geding tegen ons heeft aangespannen om inzage te krijgen. Onze advocaat heeft aangegeven dat in het conceptrapport geen enkele opmerkingen over Schaap te vinden is, dus ook geen ontlastende of belastende oordelen of conclusies."
"Verder is aangegeven dat de stukken geen betrekking hebben op een mogelijk rechtsbetrekking tussen Schaap en PwC", aldus Waterlander. "Er is geen rechtsbetrekking omdat de opdracht door een ander is gegeven. Verder hebben we nog aangegeven dat er ons inziens geen spoedeisend karakter is. De stukken worden opgevraagd in het kader van een zaak die al enige tijd loopt en naar onze mening zijn deze stukken zelfs in het kader van die procedure niet relevant."