Oud NIVRA-voorzitter Aad Tempelaar overleden
Donderdag 12 februari 2009 is oud NIVRA-voorzitter A.F. (Aad) Tempelaar op negentigjarige leeftijd overleden. Tempelaar was een van de groten uit het naoorlogse accountantsberoep. Een In Memoriam door oud-voorzitter Hans Burggraaff.
In Memoriam A.F. Tempelaar (1918-2009)
Met het overlijden van Aad Tempelaar is ons een van de groten uit het na-oorlogse beroep ontvallen, een van hen die het beroep in Nederland vorm hebben gegeven, en internationaal op de kaart hebben gezet.
Aad had, na de perikelen van crisis- en oorlogsjaren, een werkkring gevonden bij de Vereenigde Accountants Kantoren, eerst in Rotterdam, later in Hengelo, hij is die maatschap altijd trouw gebleven, zij het dat bij zijn pensionering eind 1980 de naam inmiddels was gewijzigd in Dijker en Doornbos. Hij behaalde het accountantsdiploma in 1945. Aad behoorde tot het kleine groepje accountants dat reeds kort na het afstuderen van zich deed horen. Zo bestond hij het om als kersvers accountant in de NIVA-ledenvergadering van 1946 bij de behandeling van de Ereregelen een amendement in te dienen; het werd niet aangenomen.
Meer succes had Aad bij het bepleiten van een andere opvatting betreffende de betekenis van de interne controle voor het accountantsonderzoek. Toentertijd was als algemeen vereiste geformuleerd, dat de accountant alle waarnemingen in eigen actie moest verrichten, en niet mocht steunen op de interne controle. Een artikel van Aads hand, gepubliceerd in het MAB van september 1951 (later herdrukt in de bundel Vijftig Jaar MAB) bestreed dat algemeen vereiste en bepleitte een andere aanpak, die inmiddels gemeengoed is geworden, zowel in het onderwijs als in de praktijk: de systematische waarneming en toetsing van de interne controle kreeg een belangrijke plaats in het arsenaal der controlemiddelen. Daarmee werd tevens een brug geslagen naar de controleopvattingen elders in de wereld. Na de eersteling van 1951 zijn nog meerdere artikelen door Aad gepubliceerd.
Tempelaar heeft vele functies in de beroepsorganisatie vervuld. Twee daarvan springen in het bijzonder naar voren. In de eerste plaats was dit zijn optreden als laatste voorzitter van het NIVA, en als eerste voorzitter van het NIVRA. Toen de Wet op de Registeraccountants in 1967 in werking trad, werd Aad door de staatsecretaris van Economische Zaken benoemd tot voorzitter, belast met het bijeenroepen en organiseren van de oprichtingsvergadering van het NIVRA. Het was een gedenkwaardige dag, die 28e april 1967. De grote zaal van het RAI-congrescentrum, gevuld met honderden NIVA- en VAGA-leden, allen kersverse registeraccountants, waaronder ondergetekende; en op het podium een eenzame figuur, voorzitter Tempelaar, geflankeerd door de heer A.L. de Bruijne, destijds directeur van het NIV(R)A-bureau. Onder Aads leiding kwam het NIVRA tot leven: er werden bestuursleden gekozen, met Aad als voorzitter, er werden tal van verordeningen vastgesteld, en een heel draaiboek afgewerkt. In de maanden daarna kwam de commissiestructuur tot stand: er werden adviescommissies ingesteld voor diverse vaktechnische probleemvelden (administratieve organisatie; controlevraagstukken; toepassing beroepsregels; jaarverslaggeving), welke commissies rapporten voorbereidden om sturing te geven aan de beroepsuitoefening door de leden. Ook het Tripartiete Overleg, voorloper van de Raad voor de Jaarverslaggeving, werd in die tijd geboren.
Een tweede belangrijke functie van Aad was de vertegenwoordiging van het Nederlandse beroep in het buitenland. Deze functie lag min of meer in het verlengde van de taak die Aad in zijn eigen maatschap vervulde: contact leggen met buitenlandse collega's. Terwijl de officiële opvatting destijds was, dat het niveau van buitenlandse accountants ondermaats was, waren er toch ook kantoren, waaronder VAK, die zich in het daardoor geschapen isolement niet konden vinden, en contacten zochten buiten de grenzen, in het bijzonder de Angelsaksische landen.
Tijdens het Internationaal Congres van 1962 in New York sloot Aad namens zijn maatschap een overeenkomst, die een vorm van samenwerking met een van de grote Amerikaanse kantoren inhield. En toen in latere jaren bleek, dat een correspondentrelatie te vrijblijvend was om effectief te zijn, was hij in zijn maatschap, inmiddels Dijker en Doornbos geheten, de drijvende kracht achter de vorming van een internationale firma, Binder Dijker Otte (BDO), die nog steeds bestaat, zij het niet meer met Aads oude maatschap als partner.
De contacten die Aad in het buitenland had gelegd, kwamen goed van pas toen hij op Instituutsniveau het Nederlandse beroepsbelang ging behartigen, een subtiel en gecompliceerd spel om erkenning te krijgen voor Nederland als een van de toonaangevende landen in het accountantsberoep.
Aad vertegenwoordigde het NIV(R)A in de International Working Party, later ICCAP geheten, die internationale congressen voorbereidde en fungeerde als overlegplatform tussen de belangrijkste landen. Aad werd een bekende figuur op het internationale speelveld, zijn mening had gewicht, hij kende veel mensen, en veel mensen kenden hém. Menigmaal kreeg ik later in het buitenland, mij en mijn herkomst voorstellende, als reactie: "O ja, Tempelaar, kent U die, hoe gaat het met hem?" Toen in 1978 ICCAP werd opgevolgd door IFAC, liet Aad de aan Nederland toekomende bestuurszetel aan een jongere collega, die bij zijn aantreden als Aads opvolger van zijn companen te horen kreeg: "big shoes to put on".
Ook op het Europees toneel was Aad een bekende verschijning. Hij heeft een aantal jaren als voorzitter zitting gehad in het bestuur van de UEC, en presideerde de Europese studieconferentie die in 1980 in Amsterdam werd gehouden. Nog andere functies heeft Tempelaar in de beroepsorganisatie vervuld, onder meer lid van het Onderwijs- en Examenbureau, examinator, lid van de Commissie Buitenlandse Betrekkingen, voorzitter Werkgroep Sociaal Jaarverslag. Van veel belang ook was, na zijn pensionering, zijn rol als voorzitter van de Commissie Onderzoek Publieke Accountantsverklaringen (COPA) , een eerste schuchtere aanzet tot kwaliteitstoetsing vanwege het NIVRA: wanneer een gepubliceerde accountantsverklaring, of de gerelateerde verantwoording, aanleiding gaf tot vragen, werd de betrokken accountant vriendelijk uitgenodigd tot een collegiaal gesprek onder vier ogen met de voorzitter.
Een man, druk bezet met beroepsaangelegenheden. Zó druk, dat zijn compagnons wel eens klaagden over zijn veelvuldige afwezigheid. Maar ook in zijn maatschap stond Aad in het eerste gelid. Naast de praktijk, onder zijn leiding uitgeoefend in Hengelo, was hij actief als bestuurslid van de maatschap. Veelal belast met de internationale aangelegenheden, maar ook gedurende een periode voorzitter, resp. vicevoorzitter. Hij liet zich, zowel in zijn maatschap als in Instituutsverband, kennen als een bestuurder met grote kennis van zaken, die wist wat hij wilde en die met vasthoudendheid zijn inzichten poogde te verwezenlijken. Niet makkelijk zwichtte hij voor andermans opvatting, en een vergadering met Aad kon dan nog wel eens lang duren.
In de omgang was Aad een aangenaam persoon, zelden geagiteerd, vriendelijk, een onderhoudend causeur. Meerdere bekenden uit het beroep werden allengs in de loop der jaren tot goede vrienden, met wie hij met grote trouw contact bleef onderhouden. Die vrienden zullen Aad Tempelaar nu node missen.
Hans Burggraaff 15 februari 2009