Nieuws

'EU-opdrachten steeds moeilijker voor kleine kantoren'

Het wordt voor kleinere accountantskantoren steeds moeilijker om grote EU-opdrachten binnen te halen. Dat zegt partner Hans Odijk van Blömer, dat dit jaar voor de tweede maal zo'n meerjarige opdracht in de wacht sleepte.

Een consortium onder leiding van Blömer accountants en adviseurs controleert in opdracht van de Europese Commissie in alle EU-landen of EU-subsidies voor research & development wel op een juiste manier zijn besteed. 

Om die opdracht te verwerven, nu voor de tweede maal, heeft Blömer al in 1999 dit consortium opgericht, bestaande uit leden van Polaris International. Blömer is 'hoofdaannemer' en feitelijke opdrachtgever van de kantoren in de andere landen. "Ons Brusselse team coördineert de werkzaamheden tussen de kantoren en de EU", aldus Odijk. "Het feitelijke controlewerk wordt gedaan door al onze partners in de diverse EU-landen." 

De Europese Commissie verlangt dat de controlerende organisatie in alle landen op dezelfde manier en op basis van dezelfde kwaliteit werkt. "Maar waar een big four-kantoor kan terugvallen op een gestandaardiseerde organisatie, moeten wij dat proces per land organiseren en goed bewaken." 

Volgens Odijk wordt het voor niet-big four kantoren steeds moeilijker om zo'n Europese opdracht in de wacht te slepen. Dit zou wel eens de laatste keer kunnen zijn, zegt hij in een interview in het novembernummer van 'de Accountant'. 

"De EU stelt steeds strengere eisen. Zo verlangt men bijvoorbeeld omvangrijke financiële garanties voor het contract. Dat is voor een klein kantoor op den duur niet meer op te brengen." 

Bovendien worden de subsidies die de EU verstrekt steeds groter. Met het huidige 'Zevende Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling', lopend van 2007 tot en met 2013, is een bedrag van vijftig miljard euro gemoeid. In het zesde kaderprogramma, dat liep van 2002 tot en met 2006, was dat nog 17,5 miljard euro. 

Ook wordt het voor middelgrote kantoren steeds moeilijker om in de diverse EU-lidstaten kwalitatief goede partners te vinden, en om deze voor de organisatie te behouden. "Zo is onze partner in Roemenië overgestapt van Polaris naar een ander internationaal consortium. Doordat het goed werk leverde, werd het een interessante prooi voor andere grotere consortia." 

Odijk vergelijkt deze ontwikkeling met de positie van Nederland in het internationale profvoetbal. "Als een voetballer echt goed is, dan kunnen Nederlandse clubs hem niet houden. Hij zal altijd worden weggekocht door grotere rijkere clubs uit het buitenland." 

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.