Nieuws 30 juli 2008

FEC-vastgoedonderzoek wijst op zwakke plekken dienstverleners

Partijen die betrokken zijn bij vastgoedtransacties moeten scherper letten op signalen van verdachte handelingen om vastgoedfraude te voorkomen. Er moet meer aandacht komen voor integriteitsbewaking bij financiële instellingen en de dienstverleners die betrokken zijn bij vastgoed.

Dat is de belangrijkste conclusie uit het gisteren gepubliceerde onderzoek uit 2007 van het Financieel Expertise Centrum (FEC) naar vastgoedtransacties. Het FEC-onderzoek betrof een analyse van bestaande dossiers van verschillende leden van het FEC.

Het FEC is een samenwerkingsverband van de Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst, de FIOD-ECD, de politie en de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD).

Op 21 juli 2008 berichtte het Financieele Dagblad al over de belangrijkste conclusies uit het rapport. De krant was naar eigen zeggen in het bezit van deze niet-gepubliceerde rapportage. Gezien de grote vraag naar het onderzoek, onder meer van de Tweede Kamer, is besloten het rapport alsnog te publiceren.

De conclusies van de nadere analyse van vastgoedtransacties zijn bedoeld om alle partners in het FEC te ondersteunen in hun aanpak. Tevens is beoogd de betrokken partijen in de financiële wereld, zowel financiële instellingen als dienstverleners in deze sector (waaronder accountants), te wijzen op de risico's die zij lopen als zij niet scherp reageren op signalen van mogelijke fraude.

Het onderzoek is gebaseerd op een analyse van zes afgeronde strafrechtelijke onderzoeken en op toezichtonderzoeken bij zes institutionele beleggers. Het is volgens het FEC dus niet mogelijk om de bevindingen uit dit onderzoek zonder meer te veralgemeniseren, of uitspraken te doen over de mate waarin zaken zich voordoen.

Feit is wel dat een en ander daadwerkelijk is aangetroffen en niet beperkt blijft tot vermoedens.