PwC helpt oplichters achter de tralies
De veroordeling van drie zwendelaars die twintig internationale banken oplichtten met fraude in metaalhandel, is mede te danken aan oplettendheid van PricewaterhouseCoopers. Het kantoor kwam de fraude op het spoor nadat de oplichters per ongeluk valse confirmation letters naar PwC hadden gefaxt.
Deze confirmation letters zouden afkomstig zijn van acht verschillende afnemers, verspreid over de wereld. Zij werden verondersteld elkaars concurrenten te zijn. PwC sloeg alarm omdat de documenten allemaal vanaf hetzelfde faxnummer in Hongkong waren verstuurd.
PwC trok zich daarop terug als accountant van de metaalhandelaren. In een toelichting verklaarde zij dat er te weinig bewijs was dat de bedrijfsactiviteiten overeenkwamen met wat erover in de boeken stond.
De fraude dateert al vanaf het begin van deze eeuw. De oplichters hadden een bedrijf opgezet (RBG Resources) waarbij zij deden alsof er een miljard dollar in omging. Er waren nepkantoren en neprelaties in twintig landen. De tonnen metaal die verhandeld zouden zijn, bestonden niet. De valse papieren waren echter overtuigend genoeg om geld bij banken te lenen.
Viren Rastogi, die is aangemerkt als het brein achter de fraude, zei aanvankelijk dat de door PwC ontdekte onregelmatigheden slechts betrekking had op maximaal vier procent van de omzet.
Grote banken als West LB, JP Morgan Chase en Dresdner Bank zijn bij de neus genomen door de fraudeurs, die werkten vanuit India. De banken hebben hierdoor een schade geleden van 750 miljoen dollar. De fraudeurs zijn inmiddels in Engeland veroordeeld tot celstraffen van ruim negen tot zeven jaar.