Nieuws 19 juni 2008

IFO beschuldigt minister Bos van onjuist informeren over woekerpolissen

Het Instituut voor Financieel Onderzoek (IFO) is verbolgen over de in haar ogen onvolledige informatie over het onderzoek naar woekerpolissen, die het ministerie van Financiën aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. In een brief die zij donderdagmorgen op haar website heeft geplaatst, wijst het IFO hierop.

Het IFO ligt al weken overhoop met minister Wouter Bos van Financiën. Die is ontevreden over het verloop van het onderzoek naar beleggingsverzekeringen, zoals de woekerpolissen officieel heten. De minister heeft het vertrouwen in het IFO opgezegd en voorgesteld om de AFM het onderzoek te laten doen.

De bewuste brief zou op 12 juni 2008 door het IFO aan de minister van Financiën zijn gestuurd, met het verzoek deze door te sturen naar de Tweede Kamer. Volgens het onderzoeksinstituut zou het ministerie een dag later hebben bevestigd dat deze brief zou worden doorgestuurd. Maar in de rapportage van dinsdag over de woekerpolissen ontbreekt de brief van het IFO.

De openhartigheid van het IFO is opmerkelijk. Minister Bos heeft woensdag in de Tweede Kamer gezegd dat de correspondentie tussen het IFO en het ministerie voorlopig niet openbaar wordt gemaakt. Dit op advies van de landsadvocaat.

Het IFO heeft de jongste correspondentie nu echter wel openbaar gemaakt. Zij wijst daarin op  het feit dat zij het ministerie al in februari heeft ingelicht over het onvermogen namen en rugnummers te noemen in het onderzoek. Daarmee worden individuele verzekeringsbedrijven en verzekeringsproducten bedoeld.

"Dit gegeven is nogmaals expliciet bevestigd in e-mails aan het departement in de eerste helft van maart en daarna", schrijft het IFO aan de minister. "De vermelding van namen en rugnummers vormde overigens ook geen onderdeel van de aan IFO verstrekte opdracht."

"In uw berichtgeving aan de Tweede Kamer d.d. 25 maart 2008 geeft u - zonder enig voorafgaand overleg met IFO en in strijd met het besprokene - aan dat in een bijlage bij het rapport melding zal worden gemaakt van de vijftig geselecteerde producten en verzekeringsmaatschappijen met daaraan gekoppeld een beschrijving van productkenmerken", zo vervolgt het IFO. "IFO had echter duidelijk aangegeven dat deze melding niet met naam en toenaam kon gebeuren en uitgelegd waarom."

Voorts beklaagt het IFO zich over de druk die het ministerie heeft uitgeoefend om toch namen en rugnummers te noemen. "Uw departement toonde zich niet gevoelig voor het argument dat het IFO niet vrij stond zulks te doen. Evenmin heeft het departement inspanningen geleverd om de beperkingen op te heffen."

Ook krijgt de minister het verwijt dat hij een vertrouwelijk stuk van het IFO aan de Tweede Kamer heeft doorgestuurd. "Hoewel het expliciet een vertrouwelijk discussiestuk betrof  en niet de oplevering van het rapport zelf betrof, heeft u - zonder voorafgaand overleg met IFO - de Tweede Kamer geïnformeerd dat het rapport tekort schoot, waarbij bovendien ten onrechte is gesteld dat zulks het IFO is aan te rekenen."

Het IFO besluit de brief met te stellen dat zij nu in staat is het onderzoek naar de woekerpolissen te voltooien. Er is nieuwe informatie van de verzekeraars beschikbaar gekomen. Maar ook met een nieuwe rol onder regie van de AFM gaat zij akkoord.

Het ministerie van Financiën weigert een reactie op de beschuldigingen en voorstellen van het IFO. Het IFO weigert eveneens een nadere toelichting.