Nieuws

Concurrentiebeding geldt ook na 'indirecte' goedkeuring

"Deze zijn door mij geaccordeerd", schrijft een assistent-accountant in 1997 op de brief waarmee zijn werkgever de nieuwe arbeidsvoorwaarden aanbiedt. Tussen die voorwaarden stond ook een concurrentiebeding. Bindend, zegt de Hoge Raad nu.

De assistent-accountant probeerde zich onder het in 1997 stammende beding uit te draaien, maar zonder succes. Want hoewel hij destijds de specifieke papieren met het 'relatiebeding' niet heeft ondertekend, is hij daar volgens de Hoge Raad toch schriftelijk mee akkoord gegaan.

Als huidig relatiebeheerder van Contour Accountants & Belastingadviseurs in Boxmeer, Venray en Venlo zal de betrokken assistent-accountant daarom de contacten met de klanten van zijn voormalige werkgever moeten verbreken.

Op 1 april 1997 trad hij als assistent-accountant voor één jaar in dienst bij een accountantsmaatschap in Oost-Brabant. Het tijdelijke contract werd omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd, waarbij ook toen al een concurrentiebeding gold. Op 12 december 1997 stuurde de maatschap hem een brief, waarin - in erbarmelijk Nederlands - staat:
'Het doet ons een genoegen u hierbij het nieuwe exemplaar van onze arbeidsvoorwaarden zoals deze per 1 januari 1998 zal gelden te mogen aanbieden. Deze arbeidsvoorwaarden treden in de plaats van het eerder aan u overhandigde exemplaar. Door medeondertekening verklaart zich akkoord met de inhoud van de gewijzigde voorwaarden. Graag ontvangen wij een exemplaar van deze brief van u retour.'

De assistent-accountant ondertekent deze brief nog dezelfde dag. Hij schrijft er - doelend op de arbeidsvoorwaarden - bij: 'deze zijn door mij geaccordeerd'.

Kennelijk was hij iets te snel met ondertekenen. Want als hij begin 2006 als relatiebeheerder in dienst treedt bij Contour wordt hij hardhandig geconfronteerd met het concurrentiebeding, waarin een boete van 250 gulden is opgenomen voor elke dag dat hij werkzaamheden verricht voor cliënten van zijn oude werkgever.

Bij de kantonrechter lukt het hem om de knellende bepalingen van het beding enigszins te verlichten. Tegen dat vonnis gaat de accountantsmaatschap echter met succes in beroep.

Vervolgens legt de relatiebeheerder de Hoge Raad de principiële vraag voor of het ondertekenen van een aanbiedingsbrief voldoet aan het 'schriftelijkheidsvereiste' uit artikel 7:653 lid 1 van het burgerlijk wetboek.

De Hoge Raad zegt dat dit vereiste is bedoeld als waarborg dat de werknemer zijn akkoord goed heeft overwogen. Daarom zal de ondertekening van een brief met een verwijzing normaalgesproken niet voldoende zijn. Maar door op die brief te schrijven dat hij akkoord gaat met de arbeidsvoorwaarden is volgens de Hoge Raad in dit geval wel aan het schriftelijkheidsvereiste voldaan.

Voor de geldigheid van het concurrentiebeding is dan niet vereist dat de werknemer het papier met de bijgevoegde arbeidsvoorwaarden ook heeft ondertekend, of op de aanbiedingsbrief uitdrukkelijk heeft geschreven dat hij ook het concurrentiebeding aanvaardt.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.