Nieuws 18 maart 2008

SRA plaatst 'forse kanttekeningen' bij 'haperend' NIVRA-voorstel kwaliteitstoetsing

"De door het NIVRA opgestelde ontwerpverordening kwaliteitstoetsing gaat voorbij aan de positie van SRA en brengt een forse toename van (administratieve) lasten met zich mee." Dat laat SRA vandaag weten in een persbericht.

Volgens SRA, netwerk van 370 accountantskantoren, schuilt in de wat zij noemt "haperende voorstellen" bovendien het gevaar van verschillende regels voor gemengde kantoren (RA's en AA's) en niet-gemengde kantoren (uitsluitend RA's of AA's), hetgeen kan leiden tot ongewenste concurrentieverschillen. Het kantorennetwerk roept het NIVRA op om samen met NOvAA te komen tot gelijkluidende regelingen.
Morgen 19 maart vindt een hoorzitting plaats over deze ontwerpverordening kwaliteitstoetsing 2008 van het NIVRA. SRA reageerde al eerder per brief.

SRA-voorzitter Paul Dinkgreve: "SRA heeft met haar eigen toetsingen model gestaan voor het stelsel dat het NIVRA sinds 1997 hanteert. Ons toetsingstelsel voldoet aan de eisen die het NIVRA stelt en we gaan er daarom vanuit dat accreditatie gehandhaafd blijft. Het zou onbehoorlijk bestuur zijn als NIVRA de accreditatie wil beëindigen."

SRA plaatst ook "grote vraagtekens" bij het lastenverzwarende karakter van het voorstel. Uitgaande van toetsingsfrequentie van zes jaar, is een klein SRA-kantoor (1 RA) volgens SRA € 3600 kwijt, het middensegment (2-55 RA's) € 7200, en zouden de middelgrote kantoren (> 55 RA's) € 120.000 betalen. "Dit naast de reguliere NIVRA contributie", benadrukt SRA.

Het kantorennetwerk benadrukt het belang van een goede borging van het functioneren van de accountant, onder meer door het toetsen van uniforme kwaliteitssystemen. Deze toetsing hoeft volgens SRA echter niet te worden voorbehouden aan de beroepsorganisaties, "mede gezien hun taak van normsteller".

Sterker, SRA vindt dat controle op naleving van de normen "bij voorkeur moet worden losgekoppeld van de beroepsorganisatie". Dit in het kader van de onafhankelijkheid.

SRA vindt dan ook dat NIVRA-leden zich moeten laten toetsen "door één van de door NIVRA geaccrediteerde, onafhankelijke (markt)partijen, zoals dat bijvoorbeeld via ISO-certificering gebeurt".