Albayrak ziet geen schisma bij NIVRA
Staatssecretaris van Justitie Nebahat Albayrak heeft geen aanwijzingen dat er bij de leden van het NIVRA sprake is van een 'schisma'. Dat blijkt uit haar gisteren gepubliceerde beantwoording van op 14 februari 2008 gestelde Kamervragen. "Van een beperking van het grondrecht van vereniging is geen sprake."
Nicolien van Vroonhoven-Kok (CDA), Ton Heerts (PvdA) en Fred Teeven (VVD) hadden hun vragen gesteld naar aanleiding van het artikel 'Coup mislukt' in 'de Accountant' van januari 2008, over de NIVRA Ledenvergadering van 12 december 2007.
Tijdens die vergadering werd een motie aangenomen om het aantal leden dat een Ledenvergadering kan aanvragen, te verhogen van veertig naar driehonderd. De drie Kamerleden vroegen zich af of hiermee geen inbreuk wordt gemaakt op het grondrecht van vereniging van "kantoren die aangesloten zijn bij het NIVRA".
"Wat vindt u van het voornemen van de grote kantoren om het uitschrijven van vergaderingen moeilijker te maken?", zo luidde hun derde vraag.
De staatssecretaris gaat in haar antwoord niet in op het in de Kamervragen besloten misverstand dat kantoren lid zijn van het NIVRA, in plaats van individuele RA's. Het idee van een 'schisma' wijst ze ondubbelzinnig van de hand.
Albayrak wijst er op dat de steun voor de motie - aangenomen met 842 (65 procent) stemmen voor en 475 (35 procent) tegen - afkomstig was van zowel kleine, middelgrote als grote accountantskantoren. "Ik zie in deze motie en het artikel in de "Accountant" geen aanwijzingen die mij tot het oordeel zouden brengen dat er sprake is van een schisma bij de leden van het NIVRA."
Wel is volgens haar duidelijk dat er "binnen het NIVRA leden zijn die actief meedenken over de koers" van de beroepsorganisatie. "Deze leden hebben het woord kunnen voeren tijdens de ledenvergadering en hebben daar onvoldoende steun verworven voor hun standpunten. Gezien de inhoud van de motie is deze niet specifiek gericht op een beperking van de invloed van zogenaamde "activistische collega's"."
"De motie houdt in een verzoek tot het verrichten van onderzoek naar maatregelen die de kwaliteit van de besluitvorming op de ledenvergadering kunnen verbeteren", aldus de staatssecretaris. Ze wijst er op dat artikel 8 van de Wet op de registeraccountants (Wra), dat een minimum van 40 leden voorschrijft om onder opgaaf van redenen om een bijeenroeping van de ledenvergadering te verzoeken, stamt uit 1962.
"Op dat moment waren er bij het NIVRA ongeveer 2000 accountants aangesloten. Inmiddels zijn dat er 14.150. Dat deze toename van het aantal leden aanleiding geeft om het voornoemde aantal van 40 leden na een gemotiveerd verzoek te heroverwegen is voorstelbaar."
"De wijze waarop het NIVRA vergadert is in belangrijke mate geregeld in de Wra. Eventuele aanpassingen van de Wra komen pas tot stand nadat de Staten-Generaal daarmee heeft ingestemd. Op deze wijze acht ik de rechten van de leden van het NIVRA geborgd."
De staatssecretaris ziet dan ook "geen aanleiding om kanttekeningen te plaatsen bij de wijze waarop het NIVRA invulling geeft aan haar wettelijke taak tot het behartigen van het gemeenschappelijk belang van registeraccountants. Nu ik geen aanleiding zie om kanttekeningen te plaatsen bij het functioneren van het NIVRA, ontbreekt daarmee de noodzaak om het NIVRA aan te spreken op haar gedrag."